4. Lijn de montagetabs met de vergrendelgaten op de verlengde
basisplaat uit en schuif deze in de sleuven (Afbeelding K)
Let op: De positie van de verlengde basisplaat hangt af van waar ondersteuning vereist is. Voor
randwerk plaatst u de aan/uit stroomschakelaar (8) op de korte overhangzijde van de basis
5. Draai de basisplaat montageknoppen op de bovenfrees stevig vast om
de bovenfrees op de verlengde bassplaat te vergrendelen
6. Om de geleider (22) te bevestigen, draait u de geleiderknoppen los en schuift u
de geleider langs de rails op de verlengde bassplaat (Afbeelding L). Vergrendel
op de gewenste instelling door beide geleiderknoppen vast te draaien
Let op: Bij het frezen van groeven op een afstand van de rand, bevestigd
u de geleider op de lange zijde van de verlengde basisplaat
Let op: Bij randfrezen met een freesbit zonder lager, bevestigd u de
geleider op de korte zijde van de basisplaat (Afbeelding J)
Let op: Bij het gebruik van freesbits met een grote diameter is het mogelijk
vereist houten blokken via gaten op de geleideroppervlakken te bevestigen,
om contact tussen het freesbits en de geleider te voorkomen
Gebruik
WAARSCHUWING: Bij het gebruik van de machine is het dragen van de
geschikte beschermende uitrusting, waaronder werkhandschoenen aanbevolen
Het in- en uitschakelen van de machine
Let op: Wanneer de machine aangesloten wordt op de stroombron,
verlicht de stroomschakelaar (zowel in de aan- als uitstand)
Let op: De stroomschakelaar afdekking (7) voorkomt accidentele inschakeling
van de machine. Voordat u de machine in kunt schakelen schuift u de afdekking
open. De afdekking blijft open tot de machine wordt uitgeschakeld
1. Zorg ervoor dat de bovenfreeskop volledig omhoog staat zodat het freesbit
uit de buurt ligt van enige vreemde voorwerpen rondom de machine
2. Sluit de machine op een stroombron aan en schuif de afdekking
open om de stroomschakelaar te kunnen bedienen
3. Plaats de stroomschakelaar in de 'I' positie om de machine in te schakelen.
Wanneer de machine ingeschakeld is blijft de afdekking open
4. Om de machine uit te schakelen drukt u de stroomschakelaar in de 'O' stand.
De afdekking sluit automatisch wanneer de machine uitgeschakeld wordt
Variabele snelheid
Let op: De freessnelheid is niet van bedenkelijke aard. Gebruik een zo hoog
mogelijke snelheid welke niet resulteert in brandplekken op het werkstuk. Gebruik,
wanneer vermeld, de maximale snelheid weergegeven door de fabrikant.
•
Het gebruiken met een te lage rotatie verhoogt de kans op het beschadigen
van de machine. Voed de machine langzaam door het werkstuk en /
of maak meerdere ondiepte sneden voor een beter resultaat.
•
De snelheidsregelaar is gemarkeerd met de cijfers 1 tot en met. De cijfers
komen ongeveer overeen met de onderstaande snelheden en freesdiameter.
Draai de regelaar om de snelheid te selecteren.Freesdiepte instelling
Stand
Min-1
5
21.000
4
18.000
3
14.500
2
11.000
1
8000
Let op: Om de machine op een bepaalde diepte te vergrendelen, duwt u de
kop naar beneden en draait u de vergrendelhendel (11) naar beneden
•
Er zijn drie methoden om de freesdiepte in te stellen, afhankelijk
van de vereiste nauwkeurigheid en controle:
Vrije invaldiepte verstelling
1. Vrije invaldiepte verstelling kunnen met de vrije inval selectieknop (18) gemaakt
worden. Druk deze diep naar binnen in het handvat tot hij vast klikt (Afbeelding A)
2. Laat de diepte vergrendelhendel (11) los. Duw tegen de behuizing van de
bovenfrees tot de gewenste diepte is bereikt. Zet de blokkeerhendel weer vast.
Draaihendel verstelling
1. Invaldiepte verstellingen zijn te maken door het draaien van het draaihandvat (19)
2. Ontgrendel de inval selectieknop (18) en zorg ervoor dat
de knop evenwijdig aan het handvat ligt
3. Om het handvat te verlossen, trekt u de koppelring (17) naar binnen (Afbeelding B)
4. Verlos de vergrendelhendel (11) en draai het handvat tot de gewenste
diepte bereikt is. Verlos de koppelring en vergrendel het handvat
Frees diameter
Tot op 25 mm (1")
25-50 mm (1"-2")
50-65 mm (2"-2,5")
Meer dan 65 mm (2,5")
Gebruik alleen wanneer brandplekken
verschijnen
Micro verstellen
Let op: Alleen te gebruiken in de vrije inval draaihendel (19) verstelstand
1. Ontgrendel de diepteverstelling selectieknop (18) en zorg ervoor
dat de vergrendelhendel (11) ontgrendeld is.
Let op: Als de micro verstelknop (20) gedraaid wordt terwijl de blokkeerhendel
vergrendeld is, begint de micro verstelknop te ratelen en verandert de freesdiepte niet.
2. Draai de verstelknop rechtsom om de freesdiepte te vergroten
en linksom om de freesdiepte te verkleinen.
Let op: Wanneer het einde van het diepte instelbereik is bereikt,
draait de microdraaier zwaarder en begint hij te ratelen.
3. Vergrendel de blokkeerhendel (10), vooral voor zwaar freeswerk.
Dieptestop en draaikop begrenzer
1. De dieptestop (3) en draaikop begrenzer (1) worden gebruikt voor
een nauwkeurige opzet op drie verschillende freesdiepts
2. Draai de dieptestop vergrendelknop (5) los, trek de dieptestop
(3) volledig in en draai de vergrendelknop weer vast
3. Stel de draaikop begrenzers op de gewenste freesdiepte met gebruik
van de schaalverdelingen op de begrenzerstaaf (Afbeelding G)
Let op: Voor het aanpassen van de begrenzer staven, draait u volledige
begrenzersamenstelling om deze uit te lijnen met de dieptestop
4. Met de gewenste diepte op de ashals (23), verstel de vrije invaldiepte
tot de punt van het freesbit het werkstuk raakt
5. Draai de begrenzer tot de vaste begrenzerstaaf in lijn valt met de dieptestop. Verlos de
stop en draai de dieptestop vergrendelknop vast. De vrije invaldiepte is nu gestelt op '0'
6. Draai de begrenzers tot de begrenzerstaaf met de gewenste
invaldiepte is uitgelijnt met de dieptestop
Optionele mal-geleidebussen
Verschillende geleide bussen zijn verkrijgbaar voor mal frezen.
Accessoire sets zijn verkrijgbaar bij uw Triton handelaar
Het maken van een freessnede
Let op: Hanteer de machine nooit uit de vrije hand zonder enige vorm
van geleiding. Geleiding wordt verkregen via een freesbit met lager,
de inbegrepen geleiders of een rechte rand (Afbeelding I)
1. Houd de machine te allen tijde met beide handen bij de handvaten vast. Zorg ervoor
dat het werkstuk niet kan bewegen. Gebruik klemmen wanneer mogelijk
2. Laat de machine volledig op snelheid komen
3. Verlaag het freesbit in het werkstuk en houdt de basisplaat te allen tijde vlak op het werkstuk
4. Bij randfrezen dient de snede aan de linker zijde van het werkstuk gemaakt
te worden (Fig. I). Houd een constante druk en geleid het freesbit rustig door
het werkstuk. Knopen en andere houtvariaties vertragen het proces
Let op: Om het breken van het freesbit te voorkomen, freest het bit
linksom bij externe sneden en rechtsom bij interne sneden
Let op: Het te snel bewegen van de machine resulteert in slechte
kwaliteit sneden en overbelasting van de motor (6). Te langzame
beweging resulteert in oververhitting van het werkstuk
Let op: Bij normaal gebruik van de machine verlaagt u het
freesbit nadat de machine is ingeschakeld
Let op: Gebruik de machine niet ondersteboven tenzij de machine
juist gemonteerd is op een geschikte freestafel
Het maken van meerdere doorgangen
1. De begrenzer (1) laat de maximale freesdiepte in een door de gebruiker
vastgestelde aantal stappen bereikt worden. Elke stap kan vooraf ingestelt
worden door het aanpassen van de duimschroef op de begrenzerstaaf
2. Draai de begrenzer zodat de dieptestop de hoogste vooraf ingestelde begrenzer
raakt wanneer de bovenfrees zakt. De eerste snede kan nu gemaakt worden
3. Draai de begrenzerstop en blijf doorgangen maken tot de
volledige gewenste freesdiepte bereikt is
Cirkel frezen
1. Monteer de verlengde basisplaat (27) zonder geleider (22) op de bovenfrees
2. Verwijder de cirkel freesbasis (26) van de verlengde basisplaat en bevestig deze
op het midden van uw werk met een kleine spijker of schroef door één van de
gaten in de spilhouder (Afbeelding M). Laat de spilbout op zijn plaats zitten.
3. Laat de bovenfrees en de basisplaat over de spilhouder zakken en
zet de sluitring en vleugelmoer weer vast (Afbeelding N).
4. Zet de aan-/uitschakelaar op "uit", draai de bovenfrees langs het beoogde
pad om de cirkel te controleren en voer de benodigde aanpassingen uit.
5. Frees de cirkel in verscheidene gangen uit, waarbij u de freesdiepte bij elke gang
zo'n 2 mm verlaagt (Afbeelding T). Probeer niet om diep te frezen in één doorgang.
•
Als u helemaal door het materiaal heen freest, maak dan een plank die u later kunt
weggooien aan de onderkant van uw werkstuk vast. Frees de cirkel ruim uit, en wanneer
vervolgens de freessnede helemaal door het werk is gegaan, verkleint u de diameter
NL
13