4.
Beschrijving van het apparaat.
Zie fig. 1a, 1b:
Hieronder volgt een beschrijving van de in fig. 1a en 1b aangegeven informatie-
en bedieningselementen.
Digitaal display (LCD) voor het aflezen van gemeten waarde een aandui-
ding indien meting buiten bereik van het toestel valt.
Aanduiding polariteit.
Symbool voor lege batterijen.
MIN/MAX-toets, voor opslag van hoogste en laagste gemeten waarde.
RS-232-toets om de optische interface voor transmissie van de gemeten
waarde te activeren ( BENNING MM 10),
RANGE-toets voor omschakeling meetbereik (automatisch/handmatig in-
stelbaar).
HOLD-toets voor opslag in het geheugen van de weergegeven meetwaar-
de.
Toets (geel) voor verlichting van het display ( BENNING MM 10),
Draaischakelaar voor functiekeuze.
Contactbus (positief
COMcontactbus, gezamenlijk contactbus voor stroom-, spannings- en
weerstandsmeting, frequentie- en capaciteitsmeting, doorgangs- en dio-
dencontrole.
Contactbus (positief
Rubber beschermingshoes
Optische interface voor opname van de datakabel ( BENNING MM 10).
1)
Betreft automatische polariteitsaanduiding voor gelijkstroom en –spanning.
5.
Algemene kenmerken
5.1 Algemene gegevens van de multimeter.
5.1.1
De numerieke waarden zijn op een display (LCD) af te lezen met 4
cijfers van 16 mm. hoog, met een komma voor de decimalen. De grootst
mogelijk af te lezen waarde is 6000.
5.1.2
De polariteitsaanduiding werkt automatisch. Er wordt slechts één
pool t.o.v. de contactbussen aangeduid met '-'.
5.1.3
Metingen buiten het bereik van de meter worden aangeduid met
'OL' of '-OL', alsmede gedeeltelijk met een akoestisch signaal.
NB Géén aanduiding of waarschuwing bij overbelasting!
5.1.4
De MIN/MAX-functie bepaalt automatisch de hoogste en de laag-
ste gemeten waarde. Door op de knop te drukken worden de volgende
meetwaardes weergegeven:
'MAX' geeft de hoogste gemeten en opgeslagen waarde aan en 'MIN'
de laagste. De voortdurende registratie van de MAX/MIN-waardes
kan worden gestopt resp. gestart worden door het indrukken van de
'HOLD'-toets . Door de "MIN/MAX"-toets langer in te drukken (2 sec.)
wordt weer naar de normale status terug geschakeld.
5.1.5
De RS-232-toets activeert de optische infrarood interface voor de
transmissie van de gemeten waarde van de BENNING MM 10 naar
een PC/ laptop. Deze PC/ laptop is door de optische infrarood interface
galvanisch gescheiden van het meetsignaal. Bij activeren verschijnt te-
gelijkertijd 'RS-232' in het display.
5.1.6
Met de 'RANGE'-toets kunnen de verschillende meetbereiken
handmatig worden ingesteld, waarbij tegelijkertijd het symbool 'AUTO'
langzaam uit het scherm verdwijnt. Door de knop langer in te drukken
(2 sec.) wordt het bereik automatisch ingesteld (aanduiding 'AUTO' in
display).
5.1.7
Opslaan van een gemeten waarde in het geheugen: 'HOLD'. Door het
indrukken van de toets 'HOLD' wordt de gemeten waarde in het ge-
heugen opgeslagen. Tegelijkertijd verschijnt het symbool 'HOLD' in het
display. Door de toets opnieuw in te drukken wordt teruggeschakeld
naar de meetstatus.
5.1.8
De geel toets schakelt de verlichting van het display aan. Uitschake-
len door opnieuw op de knop te drukken.
5.1.9
De meetfrequentie van de BENNING MM 9/ 10 bij cijferweergave be-
draagt gemiddeld 1,5 metingen per seconde.
5.1.10 De BENNING MM 9/ 10 wordt in- en uitgeschakeld met de draaischa-
kelaar . Uitschakelstand is 'Off'.
5.1.11
De BENNING MM 9/ 10 schakelt zichzelf na ca. 10 minuten automatisch
uit. (APO, AutoPowerOff) Hij wordt weer ingeschakeld door een willekeu-
rige toets in te drukken of door bediening van de schakelaar. Een zoemer
waarschuwt voor de automatische uitschakeling. De automatisch uitscha-
keling is niet actief als voordien de toets "RS-232" ingedrukt werd.
5.1.12 De temperatuurcoëfficiënt van de gemeten waarde: 0,15 x (aangege-
ven nauwkeurigheid van de gemeten waarde)/ °C < 18 °C of > 28 °C
03/ 2011
voorzijde van het apparaat.
1
), voor V, Ω, µA,
1
) voor A-bereik, voor stroom tot 10 A,
BENNING MM 9/ 10
, Hz,
72