7.7 Capaciteitsbereik
Voorwaarde:
Overbelastingsbeveiliging bij capaciteitsmetingen: 600 V
Meetbereik
6 nF
60 nF
600 nF
6 µF
60 µF
600 µF
6 mF
7.8 Frequentiebereik
Overbelastingsbeveiliging bij frequentiemetingen: 600 V
Meet-
Reso lutie
bereik
6 kHz
1 Hz
60 kHz
10 Hz
600 kHz
100 Hz
6 MHz
1 kHz
60 MHz
10 kHz
De minimale gevoeligheid voor frequenties onder 20 Hz bedraagt 1,5 V
8.
Meten met de BENNING MM 9/ 10
8.1 Voorbereiden van metingen.
Gebruik en bewaar de BENNING MM 9/ 10 uitsluitend bij de aangegeven werk-
en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien van
nominale spanning en stroom. Origineel met de BENNING MM 9/ 10 mee-
geleverde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
-
Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren. Beschadigde meet-
snoeren direct verwijderen.
-
Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer direct verwijderen.
-
Voor dat met de draaischakelaar een andere functie gekozen wordt, die-
nen de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING MM 9/ 10 kunnen leiden
tot instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2 Spannings- en stroommeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde!
Gevaarlijke spanning!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
-
COM-bus
-
Bus voor V, Ω, µA,
-
Contactbus voor 10 A - bereik
van de BENNING MM 9/ 10 ligt t.o.v. aarde, mag maximaal 1000 V bedragen.
Gevaarlijke spanning!
Spanning in het circuit bij stroommeting maximaal 500 V. Bij
smelten van de zekering boven 500 V kan het apparaat worden
beschadigd. Een beschadigd apparaat kan onder spanning
komen te staan!
8.2.1
Spanningsmeting
-
Kies met de draaiknop de gewenste instelling (V AC) of (V DC).
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus van
de BENNING MM 9/ 10.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, µA,
van de BENNING MM 9/ 10.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 9/ 10.
03/ 2011
condensatoren ontladen en de meetpennen overeenkomstig
de polariteit aanleggen.
Resolutie
1 pF
10 pF
100 pF
1 nF
10 nF
100 nF
1 µF
Nauwkeurigheid van de meting
van de meting voor max. 5 V
± (0,01 % meetwaarde + 8 digits)
± (0,01 % meetwaarde + 8 digits)
± (0,01 % meetwaarde + 8 digits)
± (0,01 % meetwaarde + 8 digits)
± (0,01 % meetwaarde + 8 digits)
, Hz
BENNING MM 9/ 10
.
eff
Nauwkeurigheid van de meting
± (1,9 % meetwaarde + 8 digits)
± (1,9 % meetwaarde + 8 digits)
± (1,9 % meetwaarde + 8 digits)
± (1,9 % meetwaarde + 8 digits)
± (1,9 % meetwaarde + 8 digits)
± (1,9 % meetwaarde + 8 digits)
± (1,9 % meetwaarde + 8 digits)
.
eff
Minimale gevoe-
eff
ligheid
100 mV
eff
100 mV
eff
100 mV
eff
250 mV
eff
1 V
eff
.
eff
, Hz
75