De afstandsbediening aansluiten
In het hoofdstuk Accessoire staat een lijst
met afstandsbedieningen. Wanneer
er een afstandsbediening wordt gebruikt,
moet deze worden aangesloten
op de connector aan de voorzijde van het
apparaat. Het apparaat herkent automatisch dat er een
afstandsbediening is aangesloten, schakelt de LED
'Remote' (= afstandsbediening) in en schakelt over op
de modus voor de afstandsbediening. In het volgende
hoofdstuk vindt u meer informatie over de juiste werking
van de afstandsbediening.
DRAADLOOS
De eenheid kan ook
draadloos werken met een
afstandsbediening. Dat
kan met een extra
voedingsstekker
op de voorkant van de
eenheid. Deze stekker wordt beschermd met een
kunststof kapje. Zie het hoofdstuk Accessoires voor
meer informatie over het onderdeelnummer van het
draadloze onderdeel.
Achterpaneel
A
D
C
A.
Voedingsschakelaar: Deze schakelaar schakelt de
voedingsspanning naar het apparaat
in of uit.
B.
Voedingskabel: Aansluiten
op de netvoeding.
C. Ventilator: De luchtstroom mag niet worden
geblokkeerd of gefilterd. De functie 'F.A.N.' (fan als
nodig) schakelt de ventilator automatisch naar
behoefte in en uit. Wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld, wordt de ventilator ook ingeschakeld,
maar alleen bij het opstarten (enkele seconden). De
ventilator wordt weer ingeschakeld als het lassen
begint en blijft draaien zolang er wordt gelast. Als er
langer dan 10 minuten niet wordt gelast, gaat het
apparaat weer in de spaarstand ('green mode').
Spaarstand
In de spaarstand ('green mode') staat het apparaat
in stand-by. Dat houdt in:
De uitgang is uitgeschakeld.
De ventilatoren gaan langzamer draaien
Alleen het voedingslampje brandt nog.
Op het display staan streepjes.
Nederlands
E
B
Zo wordt er minder vuil in het apparaat gezogen en
is het energieverbruik minimaal.
U kunt het apparaat herstellen door het apparaat
opnieuw voor lassen op te starten, door op
de TIG-schakelaar te drukken, door op een van
de knoppen op het voorpaneel te drukken of door
de knop van de encoder te draaien.
OPMERKING: Als er een COOLER TIG-
koeleenheid op het apparaat is aangesloten, wordt
die ook in- of uitgeschakeld als het apparaat
in de spaarstand gaat, ook bij de optie KOEL.
Zie het hoofdstuk Menu SYS voor meer informatie.
Ruststand
Als er 30 minuten niet is gelast, gaat het het
apparaat in een stand met een zeer laag vermogen.
Hij schakelt alle lampjes uit: alleen het lampje voor
Voeding AAN knippert.
Wanneer u het apparaat weer wilt laten werken,
moet u op de schakelaar of op een van de knoppen
op het voorpaneel drukken of de encoder draaien.
De nieuwe inschakelprocedure duurt 6 tot 7
seconden, hierna is het apparaat klaar
om te lassen.
D. Gasinlaat: Stekker voor het TIG-beschermgas.
Gebruik de meegeleverde stekker om het apparaat
aan te sluiten op de gasleiding. De gasvoorziening
moet zijn voorzien van een reduceerventiel met
stromingsmeter.
E.
Stopcontact voor de COOLER: Aansluiting van 400
V AC. Sluit hier de COOLER-koeleenheid op aan.
Bediening en functies
Opstarten van het apparaat:
Als het apparaat wordt ingeschakeld, wordt er een
automatische zelftest uitgevoerd.
Het apparaat is klaar voor gebruik als het
voedingslampje op het voorpaneel (rechtsboven) en het
middelste A-lampje (midden) branden samen met een
van lampjes van de knop 'MODE'. Dit is de basissituatie:
afhankelijk van het gekozen lasproces kunnen nog meer
lampjes branden.
6
Nederlands