Impulssequencerfuncties:
Percentage piekstroom: Deze
functie stelt de hoeveelheid tijd
in die de golfvorm van de impuls
doorbrengt op de instelling van
de piekstroom. Deze functie
wordt ingesteld als percentage
van de totale tijd voor de cyclus
van de impuls.
Impulsen-Per-Seconde: Stelt
het totaal aantal impulscycli
in per seconde.
Percentage
Achtergrondstroom: Stelt
de achtergrondstroomsterkte
in van de impulsgolfvorm.
De achtergrondstroomsterkte
wordt ingesteld als een
percentage van
de piekstroomsterkte.
Regeling van de hoofdstroomsterkte:
Met de knop voor de hoofdstroomsterkte kunt
u de hoofdstroomsterkte snel instellen. Met deze functie
kunnen gebruikers snel het deel van de sequencer van
de U/I verlaten, zodat deze niet door alle mogelijke
sequencerfuncties hoeft te bladeren
om de hoofdstroomsterkte in te stellen of het menu
Sequencer te verlaten.
Daarnaast heeft de knop nog diverse andere functies.
In het hoofdstuk Bedieningsinstructies leest u hoe u met
deze knop allerlei parameters kunt instellen.
Displays:
Het display rechts toont de vooringestelde lasstroom
(in ampère) voor het lassen en de feitelijke lasstroom
tijdens het lassen. De linkermeter op het display toont
de spanning (in volt) bij de uitgangskabels.
Een knipperende stip op beide displays geeft aan dat het
display de gemiddelde waarde van de vorige
lashandeling weergeeft. Deze gemiddelde waarde blijft
5 seconden zichtbaar na elke las.
ls er een afstandsbediening is aangesloten (zoals
aangeduid met het betreffende lampje), dan geeft het
display links (A) de ingestelde en feitelijke lasstroom
aan, zoals beschreven in de bovenstaande beschrijving
getiteld 'Lampje afstandsbediening'.
Nederlands
De displays worden gebruikt om tijdens het instellen van
parameters de naam en de waarde ervan aan te geven.
Ze worden ook gebruikt voor menuaanduiding en het
weergeven van foutcodes.
Geheugenselectie:
Met de functie Geheugen kan de gebruiker tot
9 specifieke lasprocedures opslaan. De knop Geheugen
heeft twee functies:
1.
Geheugeninstellingen opslaan
2.
Geheugeninstellingen oproepen.
Geheugenfuncties kiezen: Als de gebruiker
op de geheugenknop drukt, kan de gebruiker
afwisselend kiezen tussen een geheugeninstelling
"opslaan" en een geheugeninstelling "oproepen",
of werken zonder een geheugeninstelling te gebruiken.
1.
1 keer op het pictogram "M" drukken, pictogram
OPSLAAN aan.
2.
2 keer op het pictogram "M" drukken, pictogram
OPROEPEN aan.
3.
Als u 3 keer op het pictogram drukt, gaat het display
uit
Geheugeninstellingen bewaren:
Wanneer u de procesinstellingen wilt opslaan in een
geheugen, moet u eerst op de knop Geheugen drukken,
zodat het pictogram Opslaan in geheugen brandt.
Als het lampje brandt, knippert het nummer op het
scherm om aan te geven dat dit nummer kan worden
veranderd door de regelknop er onder te draaien
en de knoppen voor de spanning en de stroomsterkte
"MEM SET" aangeven. Als het gewenste geheugen met
behulp van de regelknop is gekozen, dan slaat
u de instellingen daar op door de geheugenknop
3 seconden ingedrukt te houden. Tijdens die 3 seconden
knippert het pictogram voor Opslaan in het geheugen.
Na 3 seconden geven de displays aan: "MEM SAVE".
BEDIENING:
1.) Druk op de knop Geheugen om het pictogram voor
"Opslaan in geheugen" te laten branden;
2.) Draai de Regelknop om een geheugen te kiezen;
3.) Houd de geheugenknop 3 seconden ingedrukt.
Geheugeninstellingen oproepen:
Wanneer u de procesinstellingen wilt oproepen, moet
u eerst op de knop Geheugen drukken, zodat het
pictogram "Oproepen uit geheugen" brandt. Als het
brandt, knippert het nummer op het scherm om aan
te geven dat dit nummer kan worden veranderd door
de regelknop eronder te draaien en de knoppen voor
de spanning en de stroomsterkte "MEM RECL" geven
aan. Als u het gewenste geheugen hebt gekozen met
behulp van de regelknop, dan moet u de geheugenknop
3 seconden ingedrukt houden. Tijdens die 3 seconden
knippert het pictogram voor "Oproepen uit geheugen".
Na 3 seconden geven de displays aan: "RECL MEM".
9
Nederlands