De laserlijn is in de fabriek zodanig ingesteld dat deze
zich binnen 1 mm vanaf het zijvlak van het zaagblad
(zaagpositie) bevindt.
OPMERKING:
• Wanneer de laserlijn duister is en moeilijk of helemaal
niet zichtbaar is vanwege direct zonlicht in de werkplek
binnenshuis of buitenshuis, dient u een andere werk-
plek die niet blootstaat aan direct zonlicht te kiezen.
Afstellen van de laserlijn (Fig. 19)
U kunt de laserlijn verplaatsen naar de linker- of rechter-
zijde van het zaagblad, afhankelijk van de zaagbewer-
king. Voor het verplaatsen van de laserlijn, zie de uitleg
onder "Werking van de laserstraal".
OPMERKING:
• Plaats een houten hulpstuk tegen de geleider wanneer
u de zaaglijn instelt met de laserlijn aan de zijkant van
de geleider voor gecombineerd zagen (45° schuine
hoek en 45° rechtse verstekhoek).
A) Wanneer u de juiste afmeting krijgt aan de linker-
zijde van het werkstuk
• Verplaats de laserlijn naar de linkerzijde van het
zaagblad.
B) Wanneer u de juiste afmeting krijgt aan de rechter-
zijde van het werkstuk
• Verplaats de laserlijn naar de rechterzijde van het
zaagblad.
Doe de zaaglijn op het werkstuk overeenkomen met de
laserlijn.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig
werk aan het gereedschap uit te voeren.
Opbergen van de dopsleutel (Fig. 20)
Berg de dopsleutel op zoals afgebeeld. Trek de dopsleu-
tel uit de sleutelhouder wanneer u hem wilt gebruiken.
Breng hem na het gebruik weer aan in de sleutelhouder.
Installeren of verwijderen van het zaagblad
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens het
zaagblad te installeren of te verwijderen.
• Gebruik voor het installeren of verwijderen van het
zaagblad uitsluitend de bijgeleverde Makita dopsleutel.
Doet u dit niet, dan kan de zeskante bout te vast of te
los worden aangedraaid, hetgeen persoonlijke verwon-
ding kan veroorzaken.
Druk de aanslagpen naar binnen om het handvat in de
omhoogpositie te vergrendelen. (Fig. 21)
Gebruik de dopsleutel om de zeskante bout, die de mid-
denkap op zijn plaats houdt, naar links los te draaien.
Breng de veiligheidskap en de middenkap omhoog.
(Fig. 22)
Druk de asvergrendeling in om de as te vergrendelen en
draai met de dopsleutel de zeskante bout naar rechts los.
Verwijder vervolgens de zeskante bout, de buitenflens en
het zaagblad. (Fig. 23)
Om het zaagblad te installeren, monteert u het zaagblad
op de as, ervoor zorgend dat de pijltjes op het zaagblad
en op de zaagbladkast in dezelfde richting wijzen.
Monteer de buitenflens en de zeskante bout, en draai
met de dopsleutel de zeskante bout (linkse schroef-
draad) stevig naar links vast terwijl u daarbij de asver-
grendeling ingedrukt houdt. (Fig. 24)
Voor alle niet-Europese landen
LET OP:
• De zwarte ring (25 mm buitendiameter) en de zilverring
(25,4 mm buitendiameter) zijn in de fabriek op de as
gemonteerd zoals afgebeeld. Bij gebruik van een zaag-
blad met een 25 mm asgatdiameter, dient u de zilver-
ring door de zwarte ring te vervangen. Alvorens het
zaagblad op de as te monteren, moet u altijd controle-
ren of de juiste ring, voor het asgat van het blad dat u
gaat gebruiken, tussen de binnenflens en buitenflens
op de as is gemonteerd. (Fig. 25)
Voor Europese landen
LET OP:
• De ring met een buitendiameter van 30 mm werd in de
fabriek tussen de binnenflens en buitenflens gemon-
teerd.
Monteer de buitenflens en de zeskante bout, en draai
met de dopsleutel de zeskante bout stevig naar links vast
terwijl u daarbij de asvergrendeling ingedrukt houdt.
Breng de veiligheidskap en de middenkap terug naar hun
oorspronkelijke positie. Draai daarna de zeskante bout
naar rechts vast om de middenkap vast te zetten. Trek de
aanslagpen naar buiten om het handvat uit de omhoog-
positie te halen. Breng het handvat naar omlaag om te
controleren of de veiligheidskap goed beweegt. Zet de
asvergrendeling in de vrije stand alvorens te gaan zagen.
(Fig. 26)
Stofzak (accessoire) (Fig. 27)
Door de stofzak te gebruiken wordt het zaagsel opgevan-
gen zodat u schoon kunt werken. Bevestig de stofzak op
de stofmond.
Wanneer de stofzak ongeveer halfvol is, verwijdert u hem
van het gereedschap en trekt u de sluitstrip eruit. Maak
de stofzak leeg en tik er lichtjes op voor het verwijderen
van achtergebleven stofdeeltjes die de stofopvang zou-
den kunnen belemmeren.
OPMERKING:
• U kunt doeltreffender en schoner werken door een stof-
zuiger op de zaag aan te sluiten.
Stofvanger (accessoire) (Fig. 28, 29 en 30)
Steek de stofvanger in de stofuitlaat.
Maak de stofvanger zo snel mogelijk na het werk leeg.
Als u de stofvanger wilt legen, drukt u op de knop om het
deksel te openen zodat u het zaagsel kan weggooien.
Plaats het deksel terug in zijn oorspronkelijke stand tot
het wordt vergrendeld. De stofvanger kan eenvoudig wor-
den verwijderd door eraan te trekken en tegelijkertijd te
draaien bij de stofuitlaat op het gereedschap.
OPMERKING:
• Als u een Makita-stofzuiger aansluit op uw gereed-
schap, kunt u nog efficiënter en schoner werken.
LET OP:
• Maak de stofvanger leeg voordat het opgevangen
zaagsel de cilinder bereikt.
59