7. Verwijder de oliepeilstok en vul de machine
met nieuwe olie.
Hoeveelheid olie:
Hoeveelheid olie (ongeveer)
Machine
Filter niet ver-
vangen
Pro16, Pro20
1,6 liter
Pro25
1,7 liter
Pro Svan
0,9 liter
8. Na het bijvullen van olie start u de motor en laat
u deze 30 seconden stationair draaien.
9. Controleer of er een olielek is.
10.Zet de motor af. Wacht 30 seconden en contro-
leer dan of het oliepeil overeenkomt met 4.2.
5.4.3 Oliefilter
Tap eerst de motorolie af en installeer de olieaftap-
plug zoals hierboven beschreven. Vervang vervol-
gens het oliefilter op de volgende wijze:
1. Maak rond het filter schoon en demonteer het
filter.
2. Bevochtig de pakking van het nieuwe filter met
olie.
3. Installeer het filter. Schroef het filter eerst zo
ver vast dat de pakking de motor raakt. Draai
het filter dan nog 1/2 tot 3/4 slag verder.
4. Ga verder met punt 7 onder 5.4.2 Motorolie
hierboven.
5.5 BENZINEFILTER
Vervang het benzinefilter elk seizoen. Zie afb. 10-
12:Z.
Controleer of er geen benzinelekkages zijn nadat
het nieuwe filter is geïnstalleerd.
5.6 TRANSMISSIE, OLIEFILTER
De olie en het filter in de hydraulische krachtover-
brenging moeten regelmatig worden gecontro-
leerd/aangepast of vervangen zoals aangegeven in
onderstaande tabel.
1e keer
Actie
Niveau controleren -
-
aanpassen.
Olie verversen.
5
Tankfilter verversen
Type olie: Synthetische olie 5W-50
Olievolume bij wijzigen: ong. 4,2 liter
5.6.1 Controle - aanpassen
1. Zet de machine op een vlakke ondergrond.
2. Lees het oliepeil af op het reservoir. Zie afb. 20.
Het oliepeil moet tot de lijn komen.
3. Vul indien nodig olie bij.
NEDERLANDS
5.6.2 Aftappen
1. Laat de machine gedurende 10-20 minuten op
verschillende snelheden lopen om de transmis-
sieolie op te warmen.
2. Open de kleppen van de aandrijfassen, zoals
Filter vervan-
aangegeven in afb. 21.
gen
3. Plaats één opvangbak onder de achteras en één
1,7 liter
onder de vooras.
1,9 liter
4. Verwijder 2 aftappluggen uit elke as. Gebruik
1,05 liter
hiervoor een 12 mm dopsleutel. Zie afb. 22.
5. Verwijder de vuldop van de olietank.
6. Laat alle olie in de opvangbak lopen.
7. Trek de olie uit het onderste deel van het reser-
voir met behulp van een olieafscheider. Zie afb.
23.
8. Lever de olie in voor verwerking volgens de
plaatselijke wetgeving.
5.6.3 Oliefilter in de tank vervangen
1. Druk de filterbehuizing (24:F) in de bovenkant
van de tank en duw de behuizing door de ope-
ning.
2. Pak de filterbehuizing en de veer vast.
3. Trek het filter (24:G) uit de behuizing.
4. Controleer of de rubberen pakking (24:H) onder
in het filter intact is.
5. Plaats het nieuwe filter en de veer in de behui-
zing. Druk het filter in de behuizing tot het op
zijn plaats klikt.
6. Plaats de eenheid terug in de tank. Het bovenste
gedeelte van het filter moet vastklikken in de
uitsparing in de bovenzijde van de tank.
5.6.4 Vullen
1. Controleer of de pakkingen op de 4 aftapplug-
gen intact zijn. Zie afb. 22. Plaats de pluggen te-
rug. Aanhaalmoment: 15-17 Nm.
2. Vul het oliereservoir met de nieuwe olie.
3. Controleer of de koppelingshendel (6:R) in de
buitenste stand (rijstand) staat.
Vervolgens met
tussenpozen
Werkuren
4. Zet een geschikt vat met de nieuwe olie klaar.
LET OP! De olie wordt zeer snel het systeem
50
ingezogen. Zorg dat het reservoir altijd vol
is. Zorg dat er nooit lucht naar binnen gezo-
200
gen wordt.
5. Vul het oliereservoir met nieuwe olie.
6. Start de motor en laat deze stationair draaien.
Vul de olie in het reservoir geleidelijk bij zodat
het niveau constant op de juiste hoogte blijft.
7. Plaats de vuldop van de olietank terug en sluit
de motorkap.
8. Plaats de kleppen van de aandrijfassen terug,
zoals aangegeven in afb. 25.
Als de motor binnen moet draaien,
dient u ervoor te zorgen dat uitlaatgas-
sen kunnen worden afgevoerd.
NL
91