Batterijen plaatsen
Batterijen plaatsen
De MB-D10 kan worden gebruikt met een oplaadbare EN-EL3e, EN-EL4a of EN-EL4 Li-ion-batterij of 8 AA-batterijen. Een BL-3 deksel voor het bat-
terijvak (apart verkrijgbaar) is vereist wanneer u een EN-EL4a of EN-EL4 batterij gebruikt.
Controleer voordat u de batterijen plaatst of de camera uit staat en of de bedieningsvergrendeling van de MB-D10 op de stand L staat.
1 Draai de vergrendeling van het batterijvak van de MB-D10 naar
2 Maak de batterijen klaar zoals hieronder wordt beschreven.
EN-EL3e: Lijn de inkepingen op de batterij uit met de vooruitstekende delen op de MS-D10EN-houder, plaats de batterij met de pijl (▲) van de
batterij in de richting van de batterijcontacten van de batterijhouder (fi guur F- ). Duw de batterij lichtjes naar beneden en schuif ze in de richting
van de pijl tot de batterijcontacten op hun plaats klikken (fi guur F- ).
EN-EL4a/EN-EL4: Wanneer de batterijontgrendeling op het optionele deksel van het BL-3 batterijvak zo is gepositioneerd dat de pijl ( ) zichtbaar is,
verschuift u de batterijontgrendeling zodat de pijl wordt bedekt (fi guur G- ). Breng de twee vooruitstekende delen op de batterij in de bijbeho-
rende sleuven op de BL-3 (fi guur G- ) en verschuif de batterijontgrendeling van de BL-3 zodat de pijl zichtbaar wordt.
Nl
AA: Plaats acht AA-batterijen in de batterijhouder van de MS-D10 zoals wordt getoond in fi guur H. Zorg ervoor dat de batterijpolen in de juiste
richting worden geplaatst.
3 Plaats de batterij of batterijhouder in de MB-D10 en draai de vergendeling van het batterijvak weer vast (fi guur I). Zorg ervoor dat de batterij of
houder volledig is ingebracht voordat u aan de vergrendeling draait.
4 Zet de camera aan en controleer het batterijniveau op het LCD-venster of in de zoeker. Wanneer de camera niet kan worden ingeschakeld, contro-
leert u of de batterij correct werd geplaatst.
6
en verwijder de batterijhouder (fi guur E).