5.3 DE MOTOR UITSCHAKELEN
a) Zet de gashendel in de stand „MIN".
b) Schakel het maaimechanisme, als dat is ingeschakeld, uit door de schakelaar omlaag te drukken.
c) Zet de motor uit door de sleutel in de stand „STOP" te draaien en neem de sleutel uit het contact.
Laat de motor, als deze zeer heet is, enige tijd op het minimum toerental draaien.
Stop de motor nooit door alleen maar uit de stoel op te staan, terwijl u de sleutel
in het contact laat zitten in de stand „ON", omdat dit tot een elektrische storing
kan leiden.
Zet de sleutel altijd in de stand „OFF" en haal de sleutel uit het contact. Zo voorkomt
u dat de machine wordt gestart door onbevoegden of door kinderen.
Zet voordat u het contract uitschakelt het toerental in de stand langzaam zodat
zelfontbranding wordt voorkomen. Als u geen gevolg geeft aan deze instructie, kan dat
leiden tot beschadiging van de motor en van de uitlaat.
Maak nooit de accukabels los terwijl de motor draait! Hierdoor zou uit de
regelmechanisme van de motor beschadigd kunnen raken.
5.4 HET MAAIMECHANISME INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN
5.4.1 HET MAAIMECHANISME INSCHAKELEN
Zet de gashendel in de stand „MAX".
Stel met de hendel voor de hoogte-afstelling van het maaimechanisme het maaimechanisme af en
daarbij de maaihoogte in.
Zet de aan/uit-schakelaar voor het maaimechanisme in de stand „ACTIVATED" (INGESCHAKELD).
Condities voor het inschakelen van het maaimechanisme:
- de berijder zit in de stoel van de machine
- de hendel voor de hoogte-afstelling van het maaimechanisme staat in de transportpositie.
5.4.2 HET MAAIMECHANISME UITSCHAKELEN
Schakel het maaimechanisme uit door de aan/uit-schakelaar omlaag te duwen.
Als de berijder uit de stoel opstaat, wordt de motor automatisch uitgezet en daarbij ook de
rotatie van de maaimessen stilgezet.
Maar u mag nooit het maaimechanisme uitschakelen door gewoon uit de stoel op te staan.
Als u niet de sleutel in het contact uit de stand „ON" in de stand „STOP" draait, blijft
een gedeelte van de elektrische installatie onder spanning staan en dat kan leiden tot
beschadiging. Ook blijft de urenteller van de motor ingeschakeld.
5.4.3 DE HOOGTE VAN HET MAAIMECHANISME INSTELLEN VOOR HET MAAIEN
Als u het maaimechanisme hoger van de grond wilt afstellen, verplaats dan de
hendel voor de hoogteafstelling van het maaimechanisme naar boven in de stand
50 of 100. Deze stand is bedoeld voor het maaien van hoge en natte vegetatie tot
een hoogte van 5 of 10 cm.
Als u het maaimechanisme dichter bij de grond wilt afstellen, verplaats dan de
hendel voor de hoogteafstelling van het maaimechanisme naar beneden in de
stand 50 of 60. Deze stand is bedoeld voor het maaien van vlakke en onderhouden
terreinen tot een hoogte van 5 of 6 cm.
273