4.5.1
Oorsensor
Er zijn diverse oorsensoren op de markt, die op de Crosswalker aangesloten kunnen worden.
Enraf-Nonius levert zelf geen oorsensoren, aangezien een goede werking van dergelijke sensoren voor
een betrouwbare hartslagregistratie niet te garanderen is.
Voor een nauwkeurige hartslagmeting adviseren wij u om uitsluitend de Polar® borstband te gebruiken.
Meet uw hartslag met de oorsensor als volgt:
Na gebruik, de sensor overeenkomstig voorschrift van de leverancier reinigen.
Een licht zeepsopje is veelal voldoende. Gebruik geen oplosmiddel
4.5.2
Borstband
Tijdens training op de Crosswalker kan ook een Polar® hartslagregistratiesysteem worden gebruikt. Het
Polar® hartslagregistratiesysteem bestaat uit een lichtgewicht zenderband gedragen rond de borst en
een ontvanger welke in het bedieningspaneel van de Crosswalker is gemonteerd. Door middel van twee
elektroden registreert de zender elke hartslag en geeft deze door aan de ontvanger. Tijdens een training
verschijnt de waarde van de hartslag in de rechterbovenhoek van het scherm.
Meet uw hartslag met de borstband als volgt:
1. Bevestig de zender aan de elastische band
2. De borstband moet comfortabel en passend op de borst gedragen worden
3. Maak de gegroefde achteroppervlakte van de zender, waar de elektroden
zitten, vochtig
4. Controleer of het gedeelte met de zender goed geplaatst is, d.w.z. recht en
het Polar-logo in het midden
Verwijder de oorsensor uit het bedieningspaneel. Anders vindt er geen telemetrische registratie
via de borstband plaats.
De borstband werkt het best als u de zender op de blote huid draagt. Als u de borstband liever over een
shirt draagt, moet u het gedeelte waar de gegroefde vlakken zitten op het shirt ook nat maken.
Onderhoud van de borstband:
•
De zender na gebruik voorzichtig reinigen met een licht zeepsopje
•
Met schoon water afspoelen
•
Droog de zender weer goed af, anders loopt de inwendige batterij leeg
•
Plaats de oorsensor aan het oorlelletje.
•
Bevestig de kraagklip aan kraag of shirt. Dit voorkomt bewegingen en
storingen van de sensor tijdens gebruik. Het draadje van de oorsensor moet
lang genoeg zijn.
•
De sensor kan gebruikt worden aan de oorlel of, nog beter, in de oorschelp.
13