031271 MONTAGEHANDLEIDING.
1. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen.
Eventueel aanwezige kit ter plaatse van de bevestigingspunten verwijderen.
2. Demonteer de bumper:
Demonteer in de linker en rechter wielkast de aan de buitenzijde gelegen 2 schroeven.
Verwijder de kunststof spatschermen (kunststof schroefdop).
Demonteer in de linker en rechter wielkast de boveningelegen 2 schroeven.
Verwijder aan de onderzijde van de bumper 3 schroeven en aan de bovenzijde 4 schroeven.
Neem nu de bumper los.
3. Demonteer in zijn geheel de achterdemper (2 uitlaatophangrubbers en 1 uitlaatklem).
4. Boor van het uitlaathitteschild de meest naar achter gelegen popnagel door m.b.v. boor ø5 mm.
Klap het uitlaathitteschild naar beneden.
5. Verwijder aan de onderzijde van de linker en rechter chassisbalk de rubber afdichtingsdoppen
(vierkant).
6. Schuif via de vrijgekomen gaten links en rechts contraplaten "1" in de chassisbalken.
Positioneer deze dusdanig dat deze zich in het midden van de gaten bevinden.
7. Verwijder 3 moeren van de binnenbumper.
8. Snijd rondom de linker en rechter binnenbumpersteun de aanwezige kit door en klap vervolgens de
bumper zover mogelijk omhoog.
9. Monteer de trekhaak t.p.v. de gaten "B" m.b.v. 3 moeren, incl. veerringen en carrosserieringen en
t.p.v. gat "C" 1 bout M8x3, incl. veer- sluit- carrosseriering en moer.
Hierbij dient de binnenbumper in een dusdanige positie gehouden te worden dat de trekhaak over
de bestaande bouten op het achterbord heen valt.
10. Monteer t.p.v. de gaten "A" 2 bouten M12x35 incl. veerringen.
11. Zet de trekhaak vast. Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M8-23Nm
M12-79Nm
12. Dicht de eventueel aanwezige ruimte tussen de binnenbumpersteunen en het achterbord af m.b.v.
afdichtings/montagekit.
13. Monteer t.p.v. de gaten "D" het uitlaathitteschild terug m.b.v. 1 popnagel incl. carrosseriering A6,4.
14. Herplaats alle onder punt 3 en 2 verwijderde onderdelen.
15. Monteer de kogel en stekkerdoosplaat m.b.v. 2 bouten M12x70, incl. veerringen en moeren.
Aanhaalmoment: M12-79Nm
16. Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken (volgens gegeven
aanhaalmomenten).
17. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals veroorzaakt door de
schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of een persoon voor wie hij
aansprakelijk is (art. 185, lid 2 N.B.W.).
031271 MONTAGEANLEITUNG
1. Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen.
Im Bereich der Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2. Den Stoßfänger demontieren:
Im linken und rechten Radschutzkasten, an den Außenseite, 2 Schrauben demontieren.
Die Kunststoffschirmplatten lösen (Kunststoffschraubverschluß).
Im linken und rechten Radschutzkasten, an der Oberseite, 2 Schrauben demontieren.
An der Unterseite des Stoßfängers 3 Schrauben und an der Oberseite 4 Schrauben demontieren.
Den Stoßfänger lösen.
3. Den hinteren Schalldämpfer ganz demontieren (2 Auspuffgummis und 1 Auspuffklemme).
4. Die hintere Niete des Hitzeschilds des Schalldämpfers mit einen ø5mm Bohrer durchbohren. Das
Hitzeschild des Schalldämpfers nach unten klappen.
5. An der Unterseite der linken und rechten Chassisrahmen die viereckigen Gummiabdichtungen
entfernen.
6. Links und rechts die Gegenplatten "1, via den vorhandenen Löchern, in die Chassisrahmen schieben.
Sorgen Sie dafür , dass die Gegenplatten "1" sich in der Mitte der Löcher befinden.
7. Von den Innenstoßfänger 3 Muttern entfernen.
8. Den Kitt rundum die linke und rechte Innenstoßfängerstütze durchschneiden. Den Stoßfänger
soweit wie möglich nach oben klappen.
9. Die Anhängevorrichtung mit 3 Muttern, Federringen und Karosseriescheiben an die Löcher "B" und mit
1 Schraube M8x30, Federring, Unterlegscheibe, Karosseriescheibe und Mutter an das Loch "C" legen.
Den Innenstoßfänger derartig positioneren das die Anhängevorrichtung über den vorhandenen
Schrauben auf dem Abschlußblech liegt.
10. 2 Schrauben M12x35 und Federringe an die Löcher "A" montieren.
11. Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M8-23Nm
M12-79Nm
12. Falls vorhanden den Raum zwischen den Innenstoßfänger und dem Abschlußblech mit Kitt abdichten.
13. Das Hitzeschild des Schalldämpfers mit 1 Niete und Karosseriescheibe A6,4 an das Loch "D"
montieren.
14. Alle in Punkt 3 und 2 entfernten Teile wieder montieren.
15. Die Kugel und Steckdosenhalteplatte mit 2 Schrauben M12x70, Federringen und Muttern wieder
montieren. Drehmoment: M12-79Nm
16. Nach ca. 1000 km die Bolzenverbindungen, wie angegeben, nachziehen.
17. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund
unsachgemäßer Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung. (art. 185 lid 2 N.B.W.)