Werken met de kom en de hulpstukken
Afb. E:
■ Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie 2 zetten.
■ Kom aanbrengen:
de kom schuin naar voren
houden en aanbrengen, tegen de klok in
draaien tot hij vastklikt.
■ Afhankelijk van de uit te voeren taak de
roergarde, slaggarde of kneedhaak in de
aandrijving steken tot deze vastklikt.
Opmerking:
Bij de kneedhaak de deegvanger draaien
tot de kneedhaak kan worden vastgeklikt
(Afb. E-4b).
■ De ingrediënten in de kom doen.
■ Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie 1 zetten.
■ Deksel aanbrengen.
■ Draaischakelaar op de gewenste
stand zetten.
Ons advies:
– Roergarde:
eerst roeren op stand 1, dan stand 4
kiezen
– Klopgarde:
stand 4, doorroeren op stand 1
– Kneedhaak:
eerst roeren op stand 1, kneden op
stand 2
Ingrediënten toevoegen
■ Apparaat uitschakelen met de
draaischakelaar.
■ ingrediënten toevoegen via de vulopening
in het deksel.
of
■ Deksel verwijderen.
■ Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie 2 zetten.
■ De ingrediënten toevoegen.
Na gebruik
■ Apparaat uitschakelen met de
draaischakelaar.
■ Stekker uit wandcontactdoos nemen.
■ Deksel verwijderen.
■ Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie 2 zetten.
■ Hulpstuk uit de aandrijving trekken.
■ Kom verwijderen.
■ Alle onderdelen reinigen, zie "Reiniging
en onderhoud".
Doorloopsnijder
W Gevaar voor letsel
Niet in de scherpe messen en randen van de
fijnmaakschijven grijpen. Fijnmaakschijven
alleen aan de rand vastpakken!
Doorloopsnijder alleen aanbrengen / verwij
deren wanneer de aandrijving stilstaat en de
stekker uit het stopcontact is getrokken.
Niet in de vulschacht grijpen.
Attentie!
Doorloopsnijder alleen in compleet
samengebouwde toestand gebruiken.
Doorloopsnijder nooit samenbouwen terwijl
het op het basisapparaat is aangebracht.
Doorloopsnijder alleen gebruiken in de
afgebeelde bedrijfsstand.
Beveiliging tegen overbelasting
Afb. F:
Om bij overbelasting van de doorloopsnijder
grotere schade aan uw apparaat te voorko
men, is de aandrijfas van de doorloopsnij
der voorzien van een inkerving (breekpunt).
Bij overbelasting breekt de aandrijfas op dit
punt. Een nieuwe schijfhouder met aan
drijfas is verkrijgbaar bij de klantenservice.
Snij-draaischijf – dik / dun
voor het snijden van fruit en groente.
Verwerking op stand 3.
Aanduiding op de snijdraaischijf:
"1" voor de dikke snijzijde
"3" voor de dunne snijzijde
Attentie!
De snijdraaischijf is niet geschikt voor het
snijden van harde kaas, brood, broodjes en
chocolade. Gekookte vastkokende
aardappels in koude toestand snijden.
Rasp-draaischijf – grof / fijn
voor het raspen van groente, fruit en
kaas, uitgezonderd harde kaas (bijv. parme
zaanse kaas). Verwerking op stand 2 of 3.
Aanduiding op de raspdraaischijf:
"2" voor de grove raspzijde
"4" voor de fijne raspzijde
Bedienen
nl
61