3062-3M-Bklt Jupiter AFU/WE-rv
18/3/08
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Gelieve deze instructies te willen lezen samen met het 3M Jupiter™ referentieblad, waar u informatie zal
vinden over:
• Goedgekeurde combinaties van hoofdkappen
• Reserveonderdelen
• Accessoires
UITPAKKEN
Uw Jupiter™ eenheid moet bevatten
a) Jupiter™ motoreenheid
085-00-10P
b) Riem
022-25-03P/BLT-12
c) Luchtstroomindicator & kalibratiebuisje 021-14-12P
d) Gebruiksinstructies
QX-3800-1031-1
e) Referentieblad
QX-3800-1032-9
VOORWOORD
De hoofdkappen dienen alleen te worden gebruikt overeenkomstig deze gebruiksaanwijzing en voor de doeleinden welke in
deze gebruiksaanwijzing zijn weergegeven. De hoofdkap moet gedurende de gehele blootstellingduur gedragen worden.
Onkundig of verkeerd gebruik kan gevaar voor het leven of voor de gezondheid opleveren, en kan de door 3M verstrekte
garantie te niet doen. Als u twijfelt of het product geschikt is voor uw werksituatie, neemt u best contact op met een
arbeidshygiënist of met 3M OH&ES Technical Affairs bij uw plaatselijke 3M-vestiging. Op de achterzijde van dit boekje
vindt u de adressen en telefoonnummers.
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De Jupiter™ eenheid is een luchtfiltereenheid die op een riem rond het middel wordt gedragen en die wanneer gebruikt in
combinatie met één van de goedgekeurde hoofdkappen (zie referentieblad) een motoraangedreven systeem voor
ademhalingsbescherming vormt.
De Jupiter™ eenheid kan gebruikt worden met een 4 uur, 8 uur of intrinsiek veilige (IS) batterij, een reeks van filters en is voorzien
van een elektronisch alarm dat een hoorbare en visuele waarschuwing geeft bij een lege batterij en/of een lage luchtstroom naar
de hoofdkap.
GOEDKEURINGEN
Dit product, wanneer gebruikt als een onderdeel van een 3M gekeurd systeem, voldoet aan de fundamentele veiligheidseisen zoals
bepaald in de Artikels 10 en 11B van de EG-Richtlijn 89/686/EEC en is dus CE gemerkt. Het product is in de ontwerpfase
onderzocht door de British Standards Institution, Product Services, Maylands Avenue, Hemel Hempstead, Hertfordshire, HP2 4SQ,
England (aangewezen keuringsinstantie nr. 0086).
Dit product werd gecertificeerd in overeenstemming met de Europese EMC richtlijn 89/336/EEC. Dit product (wanneer gebruikt met
de intrinsiek veilige (IS) batterij 007-00-62 en de intrinsiek veilige (IS) hoes 085-11-00) is goedgekeurd voor intrinsieke veiligheid
in overeenstemming met de relevante normen beschreven onder "Het merken van de uitrusting" door: SIRA Certification Service,
UK (aangewezen keuringsinstantie nr. 0518).
WAARSCHUWINGEN
Gebruik dit ademhalingssysteem strikt volgens de instructies:
• in dit boekje;
• van andere componenten van het systeem (bijv. 3M Jupiter™ referentieblad, gebruiksinstructies van de hoofdkap en de filters).
Niet gebruiken wanneer de concentraties verontreinigingen hoger zijn dan de concentraties aangegeven in de gebruiksinstructies van
de hoofdkap.
Gebruik dit systeem niet als ademhalingsbescherming tegen onbekende verontreinigingen of wanneer de concentratie van de
verontreinigingen niet bekend is of rechtstreeks gevaar oplevert voor leven of gezondheid, of in ruimten met minder dan 19,5%
zuurstof (voorschrift van 3M; individuele landen kunnen hun eigen limietwaarden voor zuurstoftekort toepassen. Vraag in geval van
twijfel om advies).
Enkel te gebruiken in combinatie met de hoofdkappen en reserveonderdelen/accessoires vermeld in het referentieblad en rekening
houdend met de gebruiksvoorwaarden zoals vermeld in de technische specificaties.
Het ademhalingssysteem is uitsluitend bestemd voor gebruik door opgeleid, bevoegd personeel.
Verlaat onmiddellijk de verontreinigde ruimte wanneer:
a) een deel van het systeem beschadigd raakt;
b) de luchttoevoer in het systeem daalt of geblokkeerd raakt;
c) het ademen moeilijk wordt;
d) duizeligheid of benauwdheid optreedt;
e) u verontreinigingen proeft of ruikt, of als er irritatie optreedt.
Dit ademhalingstoestel nooit aanpassen of ombouwen. Vervang de onderdelen alleen door originele 3M-onderdelen.
Bij gebruik met een batterij van 4 uur of 8 uur: niet gebruiken in potentieel ontvlambare of explosieve omgevingen.
Bij gebruik met de intrinsiek veilige batterij en de intrinsiek veilige hoes en een geschikte hoofdkap (zie Jupiter™ referentieblad) is
gebruik in potentieel explosieve omgevingen zones 1 en 2 (gassen en dampen), en zones 21 en 22 (stof) toegelaten. Niet gebruiken
in potentieel explosieve omgevingen zones 0 en 20. Niet gebruiken voor toepassingen in mijnen.
Materialen welke met de huid van de gebruiker in contact komen, kunnen bij overgevoelige personen allergische reacties
teweegbrengen.
Dit product bevat geen componenten gemaakt van natuurlijk latexrubber.
HET MERKEN VAN DE UITRUSTING
Voor de markering van de hoofdkap zie gebruiksinstructies hoofdkap. Voor de markering van de filters zie gebruiksinstructies filters.
De Jupiter™ luchtfiltereenheid is gemerkt overeenkomstig EN12941.
09:06
Page 37
NL
37
De Jupiter™ luchtfiltereenheid is gemerkt met een fabricatiedatum (maand/jaar).
B
De Jupiter™ luchtfiltereenheid is gemerkt met IP53 (IP63 bij gebruik met intrinsiek veilige hoes).
De Jupiter™ intrinsiek veilige hoes is gemarkeerd met EN50014, EN50020 EEx ib IIB T3, EN50281 II 2 G D en SIRA Ex02Y2162X.
De Jupiter™ intrinsiek veilige batterij is gemarkeerd overeenkomstig EN12941 en met EN50014, EN50020 EEx ib IIB T3,
EN50281 II 2 G D en SIRA Ex02Y2162X.
De Jupiter™ batterijen van 4 uur en 8 uur zijn gemerkt overeenkomstig EN12941.
VOORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK
Controleer dat:
Het apparaat compleet, onbeschadigd en correct gemonteerd is, elk beschadigd of defect onderdeel dient voor het gebruik
vervangen te worden. Voer de controles voor gebruik uit met de hoofdkapcombinatie zoals beschreven in de specifieke
gebruiksinstructies.
Bevestig de riem aan de luchtfiltereenheid zoals beschreven in de gebruiksinstructies van de 022-25-03P/BLT-12 riem.
Selecteer een goedgekeurde batterij (zie Jupiter™ referentieblad voor de lijst met 3M goedgekeurde batterijen).
Laad de batterij zoals aangegeven in Fig. 1 en breng ze aan zoals aangegeven in Fig. 2.
Voor gebruik in potentieel explosieve omgevingen moet de intrinsieke veilige batterij en de intrinsiek veilige hoes worden gebruikt.
Zie de betrokken gebruiksaanwijzing voor het aanbrengen van de hoes.
Batterij laden
De batterij moet worden opgeladen voor het eerste gebruik of indien ze langer dan 5 dagen niet werd gebruikt.
Voor het laden van de 4 uur, 8 uur en de intrinsiek veilige batterij zie referentieblad.
Opmerking: De batterij moet in een veilige ruimte worden opgeladen.
Kalibratie
Kalibreer de luchtfiltereenheid voor het eerste gebruik en daarna minstens één maal per maand. Zie Fig. 3.
KALIBRATIE
STARTEN VAN DE KALIBRATIE
Houd schakelknop ingedrukt gedurende
3 seconden, tweede beep weerklinkt,
houd ingedrukt tijdens kalibratie.
Display flikkert snel tijdens kalibratie.
Snelheid ventilator zal verhogen.
Laat knop los wanneer het balletje zich
boven de markeerlijn bevindt (Fig. 3).
Legende
= Traag geflikker
= Snel geflikker
Filters
Kies goedgekeurde filters (zie Jupiter™ referentieblad voor lijst met 3M goedgekeurde filters). Breng voorfilters aan (Fig. 4) en
bevestig dan de filters zoals aangegeven in Fig. 5.
Controle luchtstroom
Voer een luchtstroomcontrole uit voor gebruik met behulp van de luchtstroomindicator (buisje met wit balletje). Zie Fig.6.
Om de correcte werking van het hoorbare alarm te controleren, zie Fig. 7.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Het opzetten
1. Kies een goedgekeurde ademluchtslang (zie Jupiter™ referentieblad voor lijst met 3M goedgekeurde ademslangen) en verbindt
het uiteinde hiervan met de hoofdkap.
2. De heupriem met de Jupiter™ eenheid dient comfortabel aangepast en aangespannen te worden rond uw middel.
Sluit vervolgens het andere uiteinde van de ademluchtslang aan op het uiteinde van de Jupiter™ eenheid.
3. Pas de hoofdkap aan zoals beschreven in de specifieke gebruiksinstructies.
4. Zet de eenheid aan, plaats de hoofdkap op het het hoofd en zorg ervoor dat de minimum vereiste luchtstroom wordt bereikt (het
hoorbare alarm zal afgaan bij een te lage luchtstroom - zie "Mogelijke storingen").
In gebruik
IN WERKING
INSCHAKELEN
AAN (NORMALE WERKING)
UITSCHAKELEN
TOELICHTING
DISPLAY
Kalibratie moet
worden uitgevoerd
zonder filters, met
een volledig
Na 3 seconden
geladen batterij en
het kalibratiebuisje
(zwart balletje).
= 1 korte beep
DISPLAY
GELUID
Legende
= Traag geflikker
= 1 korte beep
38
GELUID
+