xChargeIn
Dimensionering van de voedingskabel
Bij de dimensionering van de voedingskabel moeten mogelijke minderings-
factoren en de hogere omgevingstemperaturen in de binnenkant van het
aansluitbereik van het laadstation (zie temperatuurrating voedingsklemmen)
in acht worden genomen! Hierdoor kan in bepaalde omstandigheden ook
een grotere kabeldoorsnede en een aanpassing van de temperatuurbesten-
digheid van de voedingskabel nodig zijn.
7.3.1
Kabelmontage
De volgende punten moeten bij de kabelmontage in acht worden genomen:
●
Correcte kabelwartel (kabelmontage op de
wand)
●
●
●
●
●
Installatiehandboek V1.01
© EATON
De voedingskabel moet voldoende in de kabelwartel (kabelmontage op
de wand) of de kabelinvoer met dubbel membraan (kabelmontage in de
wand) worden ingebracht zodat de kabelmantel
zichtbaar is.
De kabelinvoer met dubbel membraan moet mooi tegen de kabelmantel
aan liggen.
De aansluitkabels moeten in het midden, recht en drukvrij door de kabel-
invoer met dubbel membraan worden ingebracht opdat de dichtheid
wordt gewaarborgd.
De installatiebuis of de lege buis met de voedingskabel mag niet in de
kabelwartel (boven) meegeschroefd of door de kabelinvoer met dubbel
membraan (achter) worden gevoerd.
De voedingskabel moet recht en met inachtneming van de juiste buigra-
diussen (ca. kabeldiameter keer 10) door de kabelwartel of de kabelin-
voer met dubbel membraan worden geleid.
Bij kabelmontage op de wand moet de kabelwartel correct worden inge-
bouwd en voldoende stevig worden vastgeschroefd.
Aansluitingen en bedrading
1
in het aansluitbereik
Kabelinvoer met dubbel membraan (kabel-
montage in de wand)
31