C.
Eerste ingebruikneming en afstellingen
I.
Aanbrengen van de veiligheidselementen
1.
Verlichting
De verlichting wordt u meegeleverd, het gaat om twee reflectoren (een witte begrepen in de koplamp
en een rode bevestigd op het spatbord achteraan) , e e n koplamp, een achterlicht, twee andere
oranje reflectoren aangebracht tussen de wielspaken. De aanwezigheid van reflecterende wielen zorgt
ervoor dat u beter zichtbaar bent op de zijkant.
Het verlichtingssysteem is een veiligheidsuitrusting van uw fiets, het moet verplicht op uw fiets
aanwezig zijn. Ga na of uw verlichtingssysteem werkt en of de batterijen geladen zijn voordat u zich op
straat begeeft.
Koplamp gevoed door de fietsbatterij
De koplamp wordt gevoed door de fietsbatterij en werkt onmiddellijk. Ga na dat de batterij geladen is
en correct werd aangebracht. Schakel de koplamp in/uit door op de "ON/OFF"-knop op het lcd-scherm
te drukken.
Achterlicht gevoed door de fietsbatterij
Het achterlicht wordt gevoed door de fietsbatterij en werkt onmiddellijk. Ga na dat de batterij geladen
is en correct werd aangebracht. Schakel het achterlicht aan/uit door op de "ON/OFF"-knop op het lcd-
scherm te drukken.
2.
Bel
Er werd een bel op het stuur geïnstalleerd. Ze is te horen tot 50 m ver.
De bel is een veiligheidsuitrusting van uw fiets, ze moet verplicht aanwezig zijn op uw stuur.
3.
Het dragen van de helm
Voor een veilig gebruik wordt het dragen van een fietshelm ten stelligste aangeraden. Het
staat garant voor minder hersentrauma's in geval van een val.
OPGEPAST: Het dragen van een helm is verplicht voor kinderen jonger dan 14 jaar die
zelf rijden of als passagier meerijden.
Voor meer informatie wendt u zich tot uw verdeler.
173