• In het geval de slang omhoog gebracht
wordt nadat ze op grondniveau of dichtbij
de grond lag (minder dan 40 cm boven
de grond), kan de waterafvoer moeilijker
worden en het wasgoed drijfnat uit de
machine komen. Volg daarom de hoogtes
die in de afbeelding staan vermeld.
• Om te voorkomen dat er vuil water terug
in de machine loopt en om het makkelijk
weg te laten lopen moet het uiteinde van de
slang niet ondergedompeld worden in het
vuile water of meer dan 15 cm in de afvoer
gestopt worden. Als deze te lang is, kort
hem dan in.
• Het uiteinde van de slang mag niet
gebogen zijn, er mag niet op worden gestapt
en de slang mag niet geklemd zijn tussen de
afvoer en de machine.
• Als de slang te kort is, gebruik deze door
een originele verlengslang toe te voegen. De
slang mag niet langer zijn dan 3,2 m. Om
defecten door waterlekken te vermijden,
moet de aansluiting tussen de verlengslang
en de afvoerslang van het product goed
geplaatst zijn met een geschikte klem zodat
deze niet loskomt en lekt.
Gebruik van het toestel
Poten afstellen
OPGELET
Ten einde ervoor te zorgen dat
uw machine stiller en zonder
trillingen werkt, moet deze
waterpas en in evenwicht
op zijn poten staan. Zet de
machine in evenwicht door
de poten af te stellen. Anders
kan het product van zijn plaats
komen en samenpersings- en
trilproblemen veroorzaken.
1. Draai de borgmoeren op de pootjes met
de hand los.
2. Stel de poten tot het product waterpas en
in evenwicht staat.
3. Draai alle borgmoeren weer met de hand
vast.
OPGELET
Gebruik geen gereedschappen
o m d e b o rg m o e re n lo s t e
draaien. Anders kunnen deze
worden beschadigd.
C
NL
54