— Landelijke richtlijnen voor omgang met adembeschermingsapparaten
opvolgen (in Duitsland bijv. BGR 190, in Australië en Nieuw-Zeeland
bijv. AS/NZS 1715:1994 "Selection, use and maintenance of
respiratory protective devices").
— Het filterapparaat mag alleen worden gebruikt door deskundige
personen!
— Voor gebruik in zones waar explosiegevaar bestaat het
halfgelaatsmasker met antistatische spray behandelen of watersluier
gebruiken.
— Temperatuurbereik waarbinnen gebruik is toegestaan: -30 tot 60
Beschikbare ademfilters
De volgende, conform EN 14387:2004 en EN 143:2000 resp.
AS/NZS 1716 toegestane filters met een maximaal gewicht van 300 g en
een aansluiting conform EN 148-1, kunnen worden gebruikt:
— Deeltjesfilters
— Gasfilters
— Combinatiefilters
Als alternatief kunnen de aanblaasfilterapparaten X-plore 7300,
X-plore 7500 en Panorama BelAir GC of de ademluchtslangapparaten
Abil-R en X-plore 9000 worden aangesloten.
Gebruik
De aanbrengprocedure verschilt, afhankelijk van het gebruik van het
halfgelaatsmasker met een ademfilter of met een aanblaasfilterapparaat
resp. slangapparaat.
Halfgelaatsmasker met ademfilter (F)
Ademfilter inschroeven.
Halfgelaatsmasker aanbrengen (zie onder).
Controleren of het systeem dicht is (F):
Ademfilter met de hand dichthouden en inademen tot er onderdruk
ontstaat.
Lucht kort vasthouden.
De onderdruk moet blijven bestaan, anders:
Banden verder vasttrekken of andere grootte gebruiken.
Halfgelaatsmasker met aanblaasfilterapparaat resp. slangapparaat (E)
Halfgelaatsmasker aanbrengen (zie onder).
Controleren of de ademaansluiting dicht is (E):
Filteraansluiting met de hand dichthouden en inademen tot er onderdruk
ontstaat.
Lucht kort vasthouden.
De onderdruk moet blijven bestaan, anders:
Banden verder vasttrekken of andere grootte gebruiken.
Aanblaasfilterapparaat resp. slangapparaat inschroeven.
o
C
Halfgelaatsmasker aanbrengen (B, C, D)
Halfgelaatsmasker met hoofdbevestiging (B1, C1, D1):
Bandenstelsel losser maken:
Einden van het bandenstelsel tot aan de aanslag op de hoofdbevestiging
trekken.
Halfgelaatsmasker tot aan de hoofdbevestiging schuiven.
Sluithaken sluiten (B1).
Halfgelaatsmasker over de mond en neus plaatsen. Hoofdbevestiging
over het hoofd trekken en op het achterhoofd plaatsen (C1).
Uiteinden van het bandenstelsel aantrekken tot het halfgelaatsmasker
stevig tegen het gezicht wordt gedrukt (D1).
Halfgelaatsmasker met hoofdband (B2, C2, D2):
Hoofdband passsend maken:
Lus met de duimen optillen en de hoofdband zo ver mogelijk in de richting
van de pijl trekken (B2).
Halfgelaatsmasker over mond en neus plaatsen (C2).
Hoofdbevestiging op achterhoofd plaatsen, daarbij het bandenstelsel
boven de oren langs leiden.
Uiteinden van de hoofdband aantrekken tot het halfgelaatsmasker stevig
tegen het gezicht wordt gedrukt (D2).
Baarden of diepliggende jukbeenderen kunnen van invloed zijn op de
dichte aansluiting van het halfgelaatsmasker. Er bestaat dan
vergiftigingsgevaar!
Uitsluitend gebruiken met dicht halfgelaatsmasker en ingebouwd
ademfilter!
VOORZICHTIG
29