Zet het apparaat aan met de netschakelaar (O/I): zet van positie UIT (O) in positie AAN (I).
3.
Open na ca. 30 seconden de stoomregelaar en stel de stoom in. Kies een van de volgende instellingen op de
stoomregelaar: positie links– laag, positie midden – middel, positie rechts – hoog. Tijdens het gebruik kunt u op
ieder moment de stoomuitstoot met de stoomregelaar aanpassen. Nu begint er stoom uit het apparaat te komen.
Om de stoomuitstoot te stoppen, de stoomregelaar sluiten en het apparaat uizetten door de netschakelaar(O/I)
in positie UIT(O) zetten. Als u de netschakelaar (O/I) in positie AAN (I)zet en minder dan 30 seconden wacht
voor u de stoomregelaar instelt, kan water dat nog van het vorige gebruik in de mop zit, niet verhit worden. Dit
water kan dan door de zich vormende stoom naar buiten gedrukt worden en waterplassen veroorzaken. Dit kan
ook gebeuren, als u de netschakelaarop UIT(O) zet en alleen de stekker uit het stopcontact trekt zonder eerst de
stoomregelaar te sluiten.
4.
Beweeg het apparaat langzaam over het te reinigen oppervlak.
5.
Als er geen stoom meer uit het handstoomapparaat komt, de watertank opnieuw vullen en dan kunt u weer
verder gaan met schoonmaken.
Let op: Vanwege de automatische stoomstopfunctie is het nodig met de handstomer steeds te blijven be-
wegen. De stoomstopfunctie treedt na ca. 5 seconden in werking.
6.
Controleer na gebruik, of het apparaat UITGESCHAKELD is en de stekker uit het stopcontact gehaald is, zodat
het apparaat voor het volgende gebruik compleet UITGESCHAKELD is.
TIP: Om werkvlakken, aanrecht, wastafels, badkamer etc. hygiënisch schoon te maken, de stoomreiniger ca. 15 secon-
den op één plek laten werken.
AANWIJZING:
• Gebruik de handstomer niet op materialen die slecht tegen hitte of stoom kunnen. De kracht en temperatuur van
de stoom kunnen een negatief effect hebben op sommige materialen. Probeer het apparaat daarom altijd op een
niet-zichtbaar stukje uit, zodat u zeker weet dat het oppervlak niet beschadig wordt door gebruik van het apparaat.
• Het handstoomapparaat niet gebruiken op: leer, met was gewreven meubels en vloeren, synthetische materialen,
fluweel en andere tere materialen die niet goed tegen stoom kunnen.
RAAMREINIGINGOPZETSTUK
WAARSCHUWING: Controleer of de stekker uit het stopcontact is
1.
Vul de watertank met water (zie paragraaf: Gebruik van de UV MOP).
2.
Breng het raamreinigingsdoek aan op het raamreinigingsopzetstuk en zet het raamreinigingsopzetstuk op de
telescoopslang (zie paragraaf: Montage van overige hulpstukken).
3.
Zet het apparaat aan en stel de stoomregelaar in (zie paragraaf: Gebruik van de handstoomreiniger – vanaf punt 2)
4.
Pak de handstoomreiniger in uw ene hand en de handgreep van de telescoopslang in de andere hand
(afbeelding 18).
5.
Ga met de reiniger langzaam over het schoon te maken glas (of vergelijkbaar oppervlak). Gebruik daarbij royaal
stoom. Het absorberende raamreinigingsdoek neemt het vuil op dat door de stoomreiniger losgemaakt wordt en
het wisserblad veegt het water op. Houd een handdoek klaar om eventueel overtollig water mee op te vegen.
TIP: Bij het schoonmaken van ramen het stoomniveau op het minimum zetten.
LET OP: Trek nooit te hard aan de telescoopslang. Dit zou het ontsnappen van stoom tot gevolg kunnen hebben.
WAARSCHUWING: Gevaar voor brandwonden
Raak tijdens het gebruik nooit het raamreinigingsopzetstuk of de raamreinigingsdoek aan. Deze onderdelen worden
extreem heet. Houd de telescoopslag weg van het lichaam en vermijd aanraken van de slang. Ook deze wordt zeer heet.
6.
Zodra er geen stoom meer uit de handstoomreiniger komt, het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stop-
contact halen. De watertank opnieuw vullen en u kunt weer doorgaan met schoonmaken.
7.
Als u klaar bent met schoonmaken, laat u de raamreinigingsdoek afkoelen en u verwijdert hem van het raamrei-
nigingsopzetstuk. Doe dit voorzichtig, want de doek kan nog altijd heet zijn.
AANWIJZING:
• Gebruik nooit stoom om bevroren ramen schoon te maken.
60