14. Transport
Kans op letsel!
Lees voor het transport het
hoofdstuk "Voor uw veiligheid", in
het bijzonder het hoofdstuk
"Transport van het apparaat"
zorgvuldig door en volg de
instructies op. (
5.4)
14.1 Apparaat vastsjorren
● Maak de touwen resp. gordels
aan de stootrand (1) of aan de
behuizing (2) vast.
Bij neergeklapte duwstang kan ook dit
bevestigingspunt voor de touwen resp.
gordels gebruikt worden.
14.2 Apparaat optillen of dragen:
● Grasmaaier steeds met z'n
tweeën optillen of dragen.
● U mag de grasmaaier alleen aan de
stootrand (1) en aan de duwstang (2)
optillen of aan de onderstukken van de
duwstang (3) wanneer het bovenstuk is
neergeklapt.
15. Slijtage minimaliseren en
schade voorkomen
Belangrijke aanwijzingen voor het
onderhoud van de productgroep
Grasmaaiers met benzinemotor
De firma VIKING aanvaardt in geen geval
aansprakelijkheid voor materiële schade
en persoonlijk letsel die veroorzaakt zijn
als gevolg van het niet in acht nemen van
de instructies in de gebruiksaanwijzing,
0478 111 9921 A - NL
met name betreffende veiligheid,
bediening en onderhoud, of die door
gebruik van niet toegestane montage- of
reserveonderdelen optreden.
Neem de volgende belangrijke
aanwijzingen in acht om schade of
overmatige slijtage aan uw VIKING
apparaat te vermijden:
1. Slijtageonderdelen
Sommige onderdelen van het VIKING
apparaat zijn ook bij reglementair gebruik
aan normale slijtage onderhevig en
moeten afhankelijk van de gebruikswijze
24
en gebruiksduur tijdig worden vervangen.
Dit omvat o. a.:
– mes
– grasopvangbox
– V-riem
– stootstrippen
– stootbeveiliging
25
– Band
– remband
2. Inachtneming van de voorschriften in
deze gebruiksaanwijzing
Het VIKING apparaat moet zo zorgvuldig
mogelijk worden gebruikt, onderhouden
en opgeslagen, zoals omschreven in deze
gebruiksaanwijzing. Voor alle
beschadigingen die door het niet in acht
nemen van veiligheids-, bedienings- en
onderhoudsaanwijzingen worden
veroorzaakt, is de gebruiker zelf
verantwoordelijk.
Dit geldt met name voor:
– niet door VIKING toegelaten
productwijzigingen.
– het gebruik van brandstoffen niet door
VIKING toegelaten (smeermiddelen,
benzine en motorolie, zie gegevens van
de fabrikant).
– Het gebruik van gereedschappen of
toebehoren die niet voor het apparaat
zijn goedgekeurd, niet geschikt zijn of
van een minder goede kwaliteit zijn.
– niet reglementair gebruik van het
product.
– gebruik van het product bij sport- of
wedstrijdevenementen.
– gevolgschade door een product met
defecte onderdelen verder te
gebruiken.
3. Onderhoudswerkzaamheden
Alle in het hoofdstuk "Onderhoud"
vermelde werkzaamheden moeten
regelmatig worden uitgevoerd.
Voor zover deze
onderhoudswerkzaamheden niet door de
gebruiker zelf kunnen worden uitgevoerd,
moeten deze aan een vakhandelaar
worden overgedragen.
VIKING raadt aan
onderhoudswerkzaamheden en reparaties
uitsluitend bij de VIKING vakhandelaar te
laten uitvoeren.
VIKING vakhandelaars volgen regelmatig
cursussen en krijgen voortdurend
technische informatie ter beschikking
gesteld.
Worden deze werkzaamheden niet
uitgevoerd, dan kan er schade ontstaan
waarvoor de gebruiker verantwoordelijk is.
Hiertoe behoren onder andere:
89