NL
3
Gebruik
Schenk voortdurend aandacht aan de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 2.
Let op!
Neem de volgende aanwijzingen in acht om gevaar op letsel en schade
aan het apparaat te vermijden:
1. Leg het apparaat, als het in gebruik en warm is, nooit op zijn kant
weg. Hierbij kan ongewenst lijm uit het apparaat ontsnappen.
Verbrandingsgevaar!
2. Lijmresten in het smelthuis mogen nooit mechanisch (bijv met een
schraapstaal of schroevendraaier) worden verwijderd. Hierbij kan de
binnenbekleding van het smelthuis worden beschadigd.
3. Gefixeerde lijmstaven mogen nooit mechanisch (bijvoorbeeld met een
stang) worden verwijderd.
3.1
In gebruik nemen
1. Plaats de netstekker (4) in een veiligheidscontactdoos.
2. Schakel het apparaat in met de aan/uitschakelaar (5).
De digitale indicatie (12) gaat branden en de linker decimaalpunt knippert,
tot de ingestelde gewenste waarde is bereikt. De digitale indicatie (12)
toont de werkelijke temperatuur van het opbrengtoestel, en bij het indruk-
ken van de Set-knop (10) de ingestelde temperatuur. Het apparaat warmt
direct op.
3. Als er al een lijmstaaf is geplaatst kan er vloeibare lijm uit het mondstuk
komen. Plaats het apparaat daarom op een geschikte ondergrond. Laat
het apparaat ca. 6 - 8 minuten opwarmen (afhankelijk van de gebruikte
lijm).
4. Plaats de smeltlijmstaaf via de opening aan de achterkant van het appa-
raat tot in de zwarte isoleerhuls (7).
3.2
Temperatuurinstellingen
3.2.1
Instelling van de regelparameters in het eerste bedieningsniveau
Stel de temperatuur niet hoger in dan de verwerkingstemperatuur van de
smeltlijm, teneinde een thermische beschadiging, en sproeien van de smelt-
lijm te vermijden!
De temperatuur is in de fabriek ingesteld op 190 °C.
1. Druk op de Set-knop (10).
2. Stel met behulp van de Hoger-knop (8) respectievelijk de Lager-knop (9)
de temperatuur op de digitale indicatie (12) in.
Uitschakelen (ook voor langere tijd) verandert de ingestelde temperatuur-
waarde niet. Omgevingsinvloeden (zoals inwerking van sterke magneetvel-
den / zendinstallaties) en schommelingen in de vo- edingsspanning kunnen
resulteren in afwijkingen van 1-2 °C.
53
Gebruik