Storingen; Realtime Klok; Logboeken; Externe Ingang/Reset - System Sensor 8100E FAAST Instrucciones De Instalación Y Mantenimiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 41
TABEL 5. STORINGSOMSCHRIJVING
NUMMER
NAAM
1
Lage-stroomstoring
2
Configuratie
3
Sensorstoring
4
Storing externe ingang
5
Tijdstoring
6
Communicatiestoring
7
Ventilatorstoring
8
Filterstoring
9
Isolatiestoring
10
Hoge-stroomstoring
11
Lage-spanningsstoring
slampje geeft het 1e cijfer aan, via 'hoge stroom', tot aan 'spanning laag' voor het
12e cijfer. Als één van de cijfers nul is, gaan er geen lampjes voor dat cijfer in de
deeltjesgrafiek branden. De rookmelder keert terug naar de normale bedrijfsstand.

STORINGEN

Telkens wanneer zich een storing voordoet, gaat de algemene storingsindicator
oranje branden. De stroomstatusbalk gaat van stroomstatus (groen) naar een ge-
FIGUUR 13. STORINGSDISPLAY
STORING
detailleerde storingsstatus (oranje). Op Tabel 5 staat het nummer, de naam en de
beschrijving van het geactiveerde relais voor elke storing. Het storingsdisplay op de
gebruikersinterface staat weergegeven op Figuur 13.

REALTIME KLOK

De rookmelder is uitgerust met een realtime klok en stroomtoevoer, zodat het
FAAST-systeem de datum en tijd tot 72 uur na een stroomstoring kan handhaven.
De datum en tijd worden geconfigureerd met de PipeIQ-software. De realtime klok
wordt gebruikt om een tijdbasis voor de rookmelder te handhaven. Deze tijdbasis
wordt gebruikt om alle logboekinvoeren een tijdstempel te geven en om te be-
palen wanneer het tijd is om van de dag- op de nacht- of op de weekendstand
over te schakelen. Als de rookmelder meer dan 72 uur geen stroom toegevoerd
krijgt, wordt een tijdstoring aangegeven, wat betekent dat de tijd opnieuw ingesteld
moet worden.
SS-400-015
De rookmelder heeft een 20% kleinere luchtstroom.
De rookmelder heeft een 50% kleinere luchtstroom.
Configuratie van de rookmelder met de configuratiesoftware is mislukt.
De rookmelder vertoont een storing door vermogensverlies tijdens de configuratie. Een
Reset-functie zal deze storing verhelpen. De rookmelder keert terug naar de laatste goede
De rookmelder is nieuw en nog niet geconfigureerd.
De rookmelder heeft een corrupte configuratie en kan niet worden gebruikt.
De rookmelder heeft een probleem met de deeltjessensor en moet onmiddellijk vervangen
Externe ingang onderbroken.
Interne tijdbasis moet bijgewerkt worden.
De rookmelder communiceert niet met één van de randapparaten en kan niet naar behoren
Dit betekent dat de ventilator niet langer functioneert en onmiddellijke aandacht behoeft.
Het filter is verstopt en moet vervangen worden.
Het filter is verstopt en is niet binnen 27 uur na het kleine-storingsbericht vervangen.
De rookmelder is op de isolatiestand gezet.
De rookmelder heeft een 20% grotere luchtstroom.
De rookmelder heeft een 50% grotere luchtstroom.
De invoerspanning van de rookmelder is laag.
SPANNING
LAAG
ASP13-07
BESCHRIJVING
configuratie.
worden.
functioneren.

LOGBOEKEN

Gebeurtenislogboek
Het FAAST-systeem is uitgerust met een intern geheugen dat kan worden gecon-
figureerd om rookmeldergebeurtenissen op te slaan. Er kunnen maximaal 18.000
gebeurtenissen worden opgeslagen. Gebeurtenissen die worden opgeslagen zijn
alarmsignalen, storingen en andere handelingen door de gebruiker. De gebeurte-
nisgegevens kunnen worden ingezien via het netwerk met de PipeIQ-software of
de webserver-interface. Configuratie en beheer van de logboeken gebeuren via de
PipeIQ-software.
Datatrendlogboek
Het FAAST-systeem volgt de trendgegevens van elke periode van 24 uur, gedurende
maximaal 1 jaar. De rookmelder slaat voor elke dag de minimum-, maximum- en
gemiddelde waarden van de sensor op, evenals de stroomwaarden.
Berichtlogboek
Het berichtlogboek stelt de gebruiker in staat algemene tekstberichten in het sys-
teemgeheugen in te voeren. De berichten kunnen later teruggehaald worden. Deze
berichten kunnen worden gebruikt om de onderhoudshistorie, configuratiewijzigin-
gen, enz. te traceren. Er kunnen maximaal 300 berichten opgeslagen worden.

EXTERNE INGANG/RESET

Het FAAST-systeem heeft een externe ingang die een open of een kortgesloten cir-
cuit kan detecteren wanneer de meegeleverde eindelijnweerstand van 47 kOhm
wordt gebruikt. Als de rookmelder een open circuit opmerkt, gaat het storing-
slampje voor de externe monitor branden en wordt een kleine-storingsrelais geac-
tiveerd. Een kortsluiting van deze ingang activeert de RESET-functie. Dit maakt het
mogelijk om de alarmvergrendeling extern te resetten.

ETHERNETAANSLUITING

Het FAAST-systeem is compatibel met standaard Ethernet-netwerkapparatuur. De
connectiviteit wordt voorzien door een ingebouwde RJ45-aansluiting aan de onder-
kant van de rookmelder, zoals aangegeven op Figuur 14. De netwerkinterface is
nodig voor de initiële configuratie van de rookmelder. Zodra de initiële opstelling is
afgerond, levert de Ethernetaansluiting de optionele externe toegang voor controle
en e-mailberichten via de webserver en de SMTP-cliënt van de rookmelder.

BUISNETWERK

De rookmelder kan tot 2000 m² (op klasse C) bewaken met een goed ontworpen
buisnetwerk. Het buisnetwerk moet goed geconfigureerd zijn met de PipeIQ-soft-
ware. De maximale lengte van één buis is 120 m. De rookmelder is geschikt voor
zowel metrische 25 mm en IPS 1,05 inch buitendiameters van leidingen, zonder
dat een adapter gebruikt hoeft te worden. De interne diameter heeft een bereik
8
GEACTIVEERD
RELAIS
Kleine storing
Dringende storing
Kleine storing
Kleine storing
Dringende storing
Dringende storing
Dringende storing
Kleine storing
Kleine storing
Dringende storing
Dringende storing
Kleine storing
Dringende storing
Isolatiestoring
Kleine storing
Dringende storing
Geen
I56-3836-005

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido