Ottobock 8165 Genu Neurexa Instrucciones De Uso página 30

4 Gebruik
INFORMATIE
► De dagelijkse draagtijd en de periode dat het product moet worden gedragen, worden
gewoonlijk bepaald door de arts.
De eerste keer dat het product wordt aangepast en gebruikt, dient dat te gebeuren door
►
resp. onder begeleiding van een vakspecialist volgens het voorschrift van de behandelend
arts.
► Raadpleeg een arts, wanneer u bijzondere veranderingen constateert (bijv. verergering van
de klachten).
4.1 Maat kiezen
1) Meet de omtrek van het onderbeen 15 cm onder het midden van de patella (omtrek A).
2) Meet de omtrek van het bovenbeen 15 cm boven het midden van de patella (omtrek B).
3) Bepaal de orthesemaat (zie de maattabel).
4.2 Aanpassen
LET OP
Verkeerd instellen
Beschadiging van de orthese door overbelasting van het materiaal en verkeerd zitten van de ort­
hese door breuk van dragende delen
► De orthese mag alleen worden ingesteld door vakspecialisten.
► Verander niets aan de instellingen, wanneer u hierin niet deskundig bent.
Spalken aanpassen
De aluminium spalken worden individueel aangepast door geschoolde vakspecialisten.
1) Open de klittenbandsluiting van de spalken (zie afb. 1).
2) Neem de spalken uit de zakken (zie afb. 2).
3) INFORMATIE: Buig de spalken niet nabij het gewricht en neem minimaal 3 mm
afstand tot de kunststofbehuizing in acht. Als dit niet in acht wordt genomen, kan de
stabiliteit van de spalken worden verminderd. Pas de spalken voor een optimale pasvorm
met een zetijzer aan de contouren van het been van de patiënt aan.
4) Plaats de spalken weer in de orthese en sluit de klittenbandsluiting.
Extensie- en/of flexieaanslagen aanpassen
► De extensie- en flexieaanslagen mogen alleen op aanwijzing van de behandelend arts worden
aangepast.
De markeringen op de aanslagen geven de hoek aan waarin de orthese de flexie of extensie van
het been begrenst (zie afb. 3).
1) Breng naar keuze de benodigde extensieaanslag of de flexieaanslag aan (zie afb. 4).
→ Nadat u eerst een lichte weerstand voelt, klikt de aanslag vast.
2) Beweeg het orthesescharnier en controleer de positie van de aanslagen.
4.3 Aanbrengen
VOORZICHTIG
Verkeerd of te strak aanbrengen
Lokale drukverschijnselen en afknellen van bloedvaten en zenuwen door verkeerd of te strak
aanbrengen
► Zorg ervoor dat het product correct wordt aangebracht en goed op zijn plaats komt te zitten.
30