LET OP
Na het demonteren of monteren van de nekbescherming en/of het afstellen van
de aanspanning de helm dragen en vastzetten, om de correcte afstelling van de
kinband (zie bijgevoegd kaartje), de correcte plaatsing van de helm op het hoofd
in rijpositie en de werking van het VPS-systeem in alle plaatsingsklikken te contro-
leren.
10
NOISE REDUCER
Ter hoogte van de zijkant van de uitsparing van de oren zitten verwijderbare voeringen,
genaamd „Ruisonderdrukker (Noise Reducer)".
10.1 Om de ruisonderdrukkers (Noise Reducer) uit de wangkussens te verwijderen
moeten ze zachtjes naar de binnenkant van de helm worden getrokken om de drie
lipjes uit de beddingen op de bekleding van de interne wangkussens van polys-
tyreen te halen (Afb. 25).
10.2 Om de ruisonderdrukkers (Noise Reducer) opnieuw te plaatsen de wangkussens
demonteren (zie eerdere instructies) en de drie lipjes in de daarvoor bestemde
openingen op de bekleding van de interne wangkussens van polystyreen steken
(Afb. 25). Monteer daarna de wangkussens opnieuw.
LINER POSITIONING CONTROL (LPC)
(Als standaard enkel beschikbaar voor het model N100-5 PLUS).
1
AFSTELLING VAN DE POSITIE VAN DE KAP
De verschillen in de anatomische vorm van de hoofden van de motorrijders vereisen
soms aanpassingen aan de positie van de helm op het hoofd. Dank zij het systeem
LINER POSITIONING CONTROL (LPC) kan men de positie van de kap afstellen, om bij
dezelfde maat van helm, de aanpassing op het hoofd in functie van de verschillende
vereisten te wijzigen ten opzichte van wat standaard geleverd wordt.
Voor de afstelling van de kap schakelt u het VPS-systeem uit, tilt u het kinstuk van de
helm op (zie de voorgaande instructies), open de kinband (zie de instructies) en ga als
volgt verder.
1.1 Draai een zijde van het bovenste deel van de voering om en haak de knop vooraan
uit de onderliggende longitudinale plastic steun met 6 gaten (Afb.26).
1.2 Verplaats de knop zelf langs de longitudinale plastic steun en haak hem vast in een
van de volgende gaten (Afb.27).
1.3 Herhaal de werkzaamheden van de punten 1.1 en 1.2 met de knoop achteraan
(Afb.28).
Door de twee afstelknoppen van de kap dichterbij te brengen, wordt de helm
geleidelijk aan hoger op het hoofd geplaatst.
1.4 Na de twee regelknoppen van de kap aan de longitudinale plastic steun vastge-
haakt te hebben, plooi en breng de bovenste voering in de correcte positie aan.
1.5 Zet de helm op en ga na of hij goed past en comfortabel op uw hoofd staat. Indien
niet, voer dan een nieuwe afstelling uit.
N100-5 / PLUS
95
INSTRUCTIES