5 Onderhoud
Voor het reinigen en voor onderhoudswerkzaamheden van het bovenste
scharnierdeel (1) kan het deksel door losschroeven van de verzonken
schroeven weggenomen worden.
Wanneer de messing bus (6) versleten is, kan deze gewoon uitgewisseld
worden. Bij de montage worden de ingevette schijflagers (5) op de tege-
noverstaande bus gelegd.
De 21A17 spiraalkabel kan door het kabelschoentje 21A5 aan de orthese
bevestigd worden en dient voor een betere geleiding van de Perlon kabel
21A18=2. De spiraalkabel mag tot 10 mm boven de opening ingekort worden
en moet bij de montage 3 mm in het bovenste scharnierdeel worden gedraaid.
De spiraalkabel tegen het uitdraaien uit het bovenste scharnierdeel borgen
met Loctite 636K13.
Voor de verbinding van beide perlonkabels kan het koppelingsstuk (12)
met binnenveer (13) gebruikt worden (afb.2).
INFORMATIE
Door een verder indraaien van de spiraalkabel in het bovenste schar-
nierdeel wordt het samendrukken van de drukveer het ontgrendelen van
de vaststelling verhinderd.
Voor de smering alleen het speciale smeermiddel van Ottobock 633F7 ge-
bruiken. Om het functioneren van het scharnier te kunnen garanderen moet
het mechanisme van het scharnier beschermd worden tegen het indringen
van vuil met behulp van geschikte hulpmiddelen (b.v. scharnierbeschermer).
VOORZICHTIG
Zichtbare slijtage van het vaststellingsmechanisme kan de veiligheid
van de patiënt in gevaar brengen. In dit geval de vaststellingsaanslag
en/of in sommige gevallen het hele onderste scharnierdeel vervangen.
INFORMATIE
Wij raden u aan om de orthese 2 x per jaar op funtioneren en slijtage te
controleren en de werking van de drukveren 513D19=0.63x4x20 te testen.
Ottobock | 31