3 Verwerking
INFORMATIE
Houd er rekening mee dat de Ottobock scharnierstangen door diverse
opbouwparameters zoals de gegenereerde voorvoetbelasting of flexie,
bij verwerking in een orthese blootstaan aan een verhoogde belasting.
Houdt u a.u.b. aan de volgende verwerkingsinstructies:
3.1. Scharnierstangen buigen
De buigingsradius moet minimaal 20 mm bedragen.
Zorg er bij het buigen voor dat de scharnierkoppen niet worden blootge-
steld aan buigbelasting om voortijdige slijtage of functionaliteitsverlies te
voorkomen.
Om het betreffende gebied herkenbaar te maken, zijn er met laser stippellij-
nen op de bovenste en onderste stangen geëtst die aangeven dat er binnen
dit gebied niet mag worden gebogen.
3.2. Scharnierstangen verwarmen
Alle stangen zijn thermisch behandeld. Bij stangen van aluminium mag de
temperatuur niet hoger worden dan 150 °C en bij stangen van staal niet
hoger dan 300 °C.
3.3. Boorgaten
Het boren van gaten in de scharnierstangen is toegestaan op voorwaarde
dat de afstand tussen de randen van de gaten en de zijkant van de stang
minimaal even groot is als de diameter van het boorgat. Boorgaten mogen
in geen geval worden gerepareerd of gevuld.
3.4. Leren sluitingen
De sluitingen van de bevestigingsriemen en kniekappen mogen de werking
van het sluitingsmechanisme in geen geval belemmeren.
3.5. Eindmontage van de scharnieren
Gebruik voor het invetten van het metaal het speciale smeermiddel 633F7.
Alle boutkoppen moeten worden geborgd met schroefborgmiddel 636K13.
Ottobock | 31