voorwerpen te vermijden.
- De behuizing van het apparaat is
geleidend en is elektrisch met de aarddraad
verbonden. Niet-geaarde apparatuur kan
voor de gebruiker gevaarlijke elektrische
schokken veroorzaken.
• Sluit de generator aan op het lichtnet. Installeer
in het geval van modellen zonder stekker een
standaard stekker (2P+A) met een passend
vermogen en zorg voor een stopcontact met
zekeringen of een automatische schakelaar.
De aardinstallatie moet op de aarddraad (geel-
groen) van het lichtnet zijn aangesloten.
Sluit de inverter niet aan op verlengsnoeren
die meer dan 10 m lang zijn of een diameter
van minder dan 2.5mm² hebben. Leg de
snoeren goed neer en zorg ervoor dat ze
niet opgerold zijn of in de knoop liggen.
Gebruik de inverter niet met gedeeltelijk
of helemaal gedemonteerde panelen om
de accidentele aanraking met de interne
onderdelen onder spanning te vermijden.
• Nu kunt u de inverter gebruiken. Verzeker u
ervan dat u last in een voldoende geventileerde
ruimte en dat de luchtinlaten van de machine
niet worden afgesloten (door een slechte
ventilatie kan het rendement van de machine
afnemen en kan schade worden veroorzaakt).
Kies nu het gewenste lasproces door de
accessoires, aangegeven op de volgende
pagina's, aan te sluiten.
5.0 FUNCTIES EN AANSLUITINGEN
VAN DE INVERTER
3
4
1
2
5
6
7
1 Lasstroom potentiometer
2 Schakelaar Stick / Tig (uitsluitend voor
bepaalde modellen)
3 Groene led netwerk
Led ON = generator aan
Led OFF = generator uit
Activering Overspanningsbeveiliging (herstel
de groep door deze uit te schakelen, wacht
20 seconden en schakel hem weer in)
4 Gele led
Led ON = alarm overtemperatuur.
Let op: Laat de groep afkoelen. De
groep is gereed als de led automatisch
uit gaat.
Led ON = overstroom. Schakel de
machine uit en weer in. De machine
hervat de functionering als de beveiliging
wegens een stroompiek geactiveerd is. Wend
u tot een assistentiecentrum als de machine
de normale functionering niet hervat.
5 positief stopcontact
6 negatief stopcontact
7 Voedingskabel (achterkant)
8 Schakelaar ON/OFF (achterkant)
6.0 BOOGLASSEN
Algemene normen
De
elektrische
beschreven als een bron van helder
licht en intense warmte. De elektrische
stroom in de gasatmosfeer rondom
de elektrode en het te lassen werkstuk
geven elektromagnetische golven af die,
afhankelijk van de golfl engte, als licht of
warmte worden waargenomen. De boog
produceert ook ultraviolet en infrarood
licht op een onwaarneembaar niveau.
De ioniserende straling wordt echter
nooit waargenomen. De warmte die de
boog produceert wordt in het lasproces
NL-6
boog
kan
worden
8