nl
100 | MTS 6512 VCI |
i
Wanneer het Acces Point, dat moet worden gebruikt,
zich juist buiten de reikwijdte bevindt, het optie-
veld Enter Network Name (netwerknaam invoeren)
[SSID] kiezen en de netwerknaam invoeren.
i
Wanneer het Acces Point bereikbaar is, het optieveld
Select from available network list (uit de lijst met
beschikbare netwerken kiezen) kiezen en dan re-
fresh (actualiseren), om het diagnosetoestel te laten
zoeken naar draadloze signalen. De herkende net-
werken worden in het veld Network Name getoond.
10. Na de invoer van de netwerknaam Configure (confi-
gureren) kiezen.
11. Voer de voor het netwerk benodigde veiligheidsin-
stellingen uit en kies dan Next (verder).
12. Kies Yes om de configuratie af te ronden. Indien de
configuratieprocedure moet worden herhaald, kies
No.
13. Ter controle van de correcte configuratie van het
diagnosetoestel het tabblad Properties (eigen-
schappen) kiezen. Het correct functioneren van de
draadloze verbinding kan ook door lostrekken van de
USB-kabel worden gecontroleerd.
14. De op het tabblad Properties getoonde instellingen
als referentie opslaan of afdrukken.
5.3.2
Activeren van een directe draadloze verbin-
ding (point-to-point)
Het diagnosetoestel kan voor een point-to-point verbin-
ding worden geconfigureerd. Controleer voor de confi-
guratie het volgende:
R
Bij de diagnosetoestelkit betreft het een Wireless-
Point-to-Point kit (artikelnummer 1699200008),
welke de MTS 6512 VCI-module en een wifi-adapter
en een DLink Wireless 802.11n USB-adapter bevat.
De afbeelding hieronder toont de verbinding van een
afzonderlijk diagnosetoestel met een PC/laptop via een
draadloze point-to-point verbinding.
|
1 699 200 011
2014-08-27
De volgende stappen zijn nodig om het diagnosetoestel
voor een point-to-point verbinding te configureren. In
de beschrijvingen hierna wordt ervan uitgegaan, dat op
de PC/laptop Windows 7 draait. Voor andere Windows-
versies kunnen de stappen er wat anders uitzien.
1. De wireless USB-adapter in een vrije USB-poort op
de PC/laptop aansluiten.
2. PC/laptop inschakelen.
3. Sluit het diagnosetoestel met de USB-kabel aan op
de PC.
i
Laat het diagnosetoestel volledig opstarten.
4. De VCI Manager software door klikken op het VCI
Manager icoon op het bureaublad van de PC/laptop
starten.
5. Het diagnosetoestel in het tabblad VCI Explorer van
de VCI Manager kiezen en de knop Connect (verbin-
den) aanklikken.
6. Het tabblad Wireless (draadloos) 802.11 kiezen.
7. Het selectievakje Enable Wireless Interface (draad-
loze interface activeren) activeren.
8. Het selectievakje Direct Connect (directe verbin-
ding) activeren en op Apply (toepassen) klikken.
9. Controleer de instellingen in het beeldscherm Con-
firm Network Settings (netwerkinstellingen bevesti-
gen) en klik op Yes (ja).
Nadat het diagnosetoestel voor de point-to-point ver-
binding correct is geconfigureerd, moet nog het peer-
to-peer netwerk met de computer worden ingesteld. In
de beschrijving hierna wordt ervan uitgegaan, dat op de
PC/laptop Windows 7 draait.
1. Klik op de knop View Wireless Networks (draadloze
netwerken) rechts in de Windows-taakbalk. Een lijst
met de binnen het bereik van de PC/laptop beschik-
bare draadloze netwerken worden getoond. In deze
lijst zijn de SSID's (Service Set Identifiers), aan de
hand waarvan de verschillende netwerken kunnen
worden geïdentificeerd, aangegeven.
2. Zoek daar de SSID van het diagnosetoestel op en
klik deze aan. Om dit te vergemakkelijken is in het
dialoogvenster bij de correcte SSID het serienum-
mer van het diagnosetoestel opgegeven.
3. Klik op de knop Connect. Onder in het beeldscherm
verschijnt een melding, dat de computer zich draad-
loos met het diagnosetoestel verbindt.
Het draadloze point-to-point netwerk is nu gereed voor
gebruik. De hiervoor genoemde stappen in Windows
moeten elke keer worden herhaald, wanneer de PC/
laptop opnieuw wordt gestart en zich weer met het
diagnosetoestel moet verbinden.
Robert Bosch GmbH