ELECTRISCHE VOEDING - OPSTARTEN
• Dit materiaal wordt geleverd met een 16 A aansluiting type CEE 7/7, en mag alleen gebruikt worden in combinatie met een 230V enkelfase
elektrische installatie (50 - 60 Hz) met drie kabels waarvan één geaard. De effectieve stroomafname (l1eff) bij optimaal gebruik staat aangegeven op
het apparaat. Controleer of de stroomvoorziening en de bijbehorende beveiligingen (netzekering en/of hoofdschakelaar) geschikt zijn voor de stroom
die nodig is voor het gebruik van dit apparaat. In sommige landen kan het nodig zijn om de elektrische aansluiting aan te passen, om het toestel
optimaal te kunnen gebruiken. De gebruiker moet zich ervan verzekeren dat de elektrische aansluitingen altijd goed toegankelijk zijn.
• De lasstroombron schakelt over op beveiliging wanneer de netspanning lager of hoger is dan 15% van de aangegeven spanning(en) (een foutmel-
ding verschijnt op het display van het bedieningspaneel).
• Het opstarten van het apparaat gebeurt door de aan/uit schakelaar op I te zetten (Fig 1 - 3). Het uitschakelen gebeurt door de schakelaar op O.te
zetten. Waarschuwing ! Nooit de stroomvoorziening afsluiten wanneer het apparaat zich oplaadt.
AANSLUITEN OP EEN STROOMGENERATOR
Deze lasstroombron kan aangesloten worden op een stroomgenerator, mits deze vorm van hulpstroom aan de volgende voorwaarden voldoet :
- De spanning moet wisselspanning zijn van 230 V -20% +15%, en de piekspanning moet lager zijn dan 400V
- De frequentie moet liggen tussen 50 en 60 Hz.
Het is noodzakelijk deze voorwaarden te controleren, omdat veel generatoren hoge spanningspieken produceren die het las-materiaal kunnen bes-
chadigen.
GEBRUIK VAN VERLENGSNOEREN
Alle gebruikte verlengsnoeren moeten de voor het apparaat geschikte lengte en kabelsectie hebben. Gebruik een verlengsnoer dat voldoet aan de
nationale regelgeving.
INSTALLATIE VAN DE SPOEL EN INBRENGEN VAN DE DRAAD (III)
• Verwijder het mondstuk (III-F) en de contact-tip (III-E) van de toorts.
• Open het klepje van het apparaat.
III-A :
• Positioneer de spoel op de houder :
- Houd rekening met de aandrijfpen van de spoelhouder. Draai, om een 200 mm spoel te installeren, de spoelhouder maximaal aan.
• Stel de rem (III-2) af om te voorkomen dat tijdens de lasstop de draad in de war raakt. Draai over het algemeen niet te strak aan. Dit kan de motor
oververhitten.
III-B :
• Plaats de juiste aanvoerrollen, die geschikt zijn voor de door u uit te voeren laswerkzaamheden. De meegeleverde rollen hebben een dubbele groef
voor staaldraad (1.0 en 1.2).
- Controleer het opschrift op de rol, om er zeker van te zijn dat de rollen geschikt zijn voor de dia-
meter van het door u gebruikte draad en voor het type draad dat u gebruikt (voor een draad van Ø
1.2, gebruikt u de groef Ø 1.2).
- Gebruik de rollen met een V-groef voor staaldraad en andere hardere draadsoorten.
- Gebruik rollen met een U-groef voor aluminiumdraad en andere soepele draadsoorten.
: de aanduiding is af te lezen op de rol (bijvoorbeeld : 1.2 VT)
: de te gebruiken groef
III-C :
Voor het verwisselen van de draad gaat u als volgt te werk :
• Draai de knoppen maximaal los (III-4) en duw deze naar beneden, breng de draad in, sluit het draadaanvoersysteem en draai de knoppen weer
aan volgens de aanwijzingen.
• Activeer de motor door op de trekker van de toorts te drukken, of zet de schakelaar (I-5) op de stand «draad vervangen».
• Laat het draad ongeveer 5 cm uit de toorts komen, plaats daarna de voor het lasdraad geschikte contactbuis (III-E) en het mondstuk (III-F) op de
toorts.
Opmerkingen :
• Een te krappe mantel kan problemen bij de draadaanvoer geven en de motor oververhitten.
• De aansluiting van de toorts moet eveneens goed aangedraaid worden, dit om oververhitting te voorkomen.
• Controleer of het draad en de spoel niet in contact zijn met de mechaniek van het apparaat, dit kan kortsluiting veroorzaken.
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN IN STAAL/INOX (MAG MODULE)
Met de PULSEMIG kunt u lassen met staaldraad en roestvrijstaaldraad met een Ø 0.6 tot 1,0 mm (II-A).
Het apparaat is standaard uitgerust voor een gebruik met Ø 1,0 mm staaldraad (roller Ø 0,8/1,0). De contactbuis, de groef van de rol,
en de mantel van de toorts zijn geschikt voor deze toepassing. Gebruik voor het lassen met draad met een diameter van 0,6 een toorts die niet
langer is dan 3 m. De contactbuis (III-E) en de rol van het draadaanvoersysteem (III-B) moeten vervangen worden door een model met een groef
van 0,6 (art. code 042353). In dit geval moet deze zo geplaatst worden dat het getal 0,6 leesbaar is (III-B).
Voor het lassen van staal dient u een speciaal lasgas (Ar+CO2) te gebruiken. De CO2 verhouding kan variëren, afhankelijk van het gebruikte type
gas. Voor het lassen van inox moet een mengsel met 2% CO2 gebruikt worden. Wanneer gelast wordt met puur CO2 is het noodzakelijk om een
gasvoorverwarmer aan te sluiten op de gasfles. Voor specifieke eisen wat betreft gas kunt u contact opnemen met uw gasleverancier. De gastoe-
voer voor staal ligt tussen de 8 en 15 liter per minuut, afhankelijk van de omgeving.
PULSEMIG 220 C / 220 C XL
Ingangsspanning
Sectie verlengkabel (Lengte < 45m)
230 V
2.5 mm²
NL
93