Let op!
N
Bij het gebruik van gereedschappen dienen enkele
L
veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd om
lichamelijk gevaar en schade te voorkomen. Lees
daarom deze handleiding/veiligheidsinstructies
zorgvuldig door. Bewaar deze goed zodat u de
informatie op elk moment kunt terugvinden. Mocht u
dit gereedschap aan andere personen doorgeven,
gelieve dan deze handleiding/veiligheidsinstructies
mee te geven. Wij zijn niet aansprakelijk voor
ongevallen of schade die te wijten zijn aan nietnaleving
van deze handleiding en van de veiligheidsinstructies.
1. Algemene veiligheidsvoorschriften
Er mogen geen veranderingen op de
•
elektriciteitsgenerator worden uitgevoerd.
Voor onderhoud en accessoires uitsluitend originele
•
stukken gebruiken.
Let op: Gevaar voor vergiftiging, uitlaatgassen
•
mogen niet worden ingeademd.
Kinderen weghouden van de elektriciteitsgenerator.
•
Let op: Gevaar voor brandwonden, uitlaatgasinstallatie
•
en aandrijfaggregaat niet raken.
Gebruik een gepaste gehoorbeschermer als u zich in de
•
buurt van het apparaat bevindt.
Let op! Benzine en benzinedampen zijn licht
•
ontvlambaar of explosief.
De elektriciteitsgenerator nooit in niet verluchte
•
ruimten laten draaien. Als de generator in goed
verluchte ruimten wordt gebruikt, dienen de
uitlaatgassen via een uitlaatgasslang rechtstreeks de
open lucht in te worden geleid.
Let op: Er kunnen giftige uitlaatgassen ontsnappen
•
ook al is en uitlaatgasslang aangesloten.
Wegens brandrisico mag de uitlaatgasslang
nooit op brandbaar materiaal worden gericht.
Ontploffingsgevaar: de elektriciteitsgenerator nooit
•
in ruimten gebruiken waarin er zich licht ontvlambare
materialen bevinden.
Het door de fabrikant vooraf ingestelde toerental
•
mag niet worden veranderd. Anders zouden de
elektriciteitsgenerator of aangesloten toestellen
kunnen worden beschadigd.
Tijdens het transport dient de elektriciteitsgenerator
•
tegen wegglijden en kantelen te worden geborgd.
De generator minstens op 1m afstand van gebouwen of
•
aangesloten toestellen opstellen.
De generator op een veilige effen plaats opstellen.
•
Draaien en kantelen of verwisselen van standplaats
tijdens het bedrijf is verboden.
Vóór het transport en het bijtanken motor steeds
•
afzetten.
Bij het bijtanken erop letten dat geen brandstof op de
•
motor of de uitlaat terechtkomt.
Generator nooit bij regen of sneeuwval gebruiken.
•
Generator nooit met natte handen vastpakken.
•
Bescherm u tegen elektrische gevaren. Gebruik in
•
open lucht enkel verlengkabels (HO7RN-F), die daarvoor
goedgekeurd en overeenkomstig gekenmerkt zijn.
Bij gebruik van verlengkabels mag de totale lengte voor
•
2
1,5 mm
50 m, voor 2,5 mm
De afstelling van de motor en de generator mag niet
•
worden veranderd.
Herstel- en afstelwerkzaamheden mogen enkel door
•
geautoriseerd vakpersoneel worden uitgevoerd.
De tank niet in de buurt van open licht, vuur of
•
vonkenregen vullen of leegmaken. Niet roken!
Kom niet aan mechanisch bewogen of warme
•
onderdelen. Verwijder geen beschermende
afdekkingen.
24
2
100 m niet overschrijden.