Onderhoudschema
ZITMAAIER EN MAAIDEK
Om de 8 uur of dagelijks
Controleer het veiligheidsvergrendelsysteem
Verwijder het vuil van de zitmaaier en het maaidek
Verwijder het vuil uit de motorruimte
Om de 25 uur of jaarlijks*
Controleer de bandenspanning
Controleer de stoptijd van de maaibladen
Controleer de zitmaaier en het maaidek op losse
bevestigingsmiddelen
Om de 50 uur of jaarlijks*
Reinig de accu en kabels
Controleer de remwerking van de zitmaaier
Raadpleeg uw dealer jaarlijks om
Smeer de zitmaaier en het maaidek
Controleer de maaibladen **
* Wat zich het eerst voordoet.
** Controleer de bladen vaker op plaatsen met zandige
bodem of in zeer stoffige omgevingen
WAARSCHUWING
Ongewilde vonkvorming kan leiden tot brand of
elektrische schok.
Ongewild starten kan leiden tot beknelling,
traumatische amputatie of scheurwonden.
Vóór het uitvoeren van instellingen of reparaties:
•
Maak de bougiekabel los en houd de kabel op veilige
afstand van de ontstekingsbougie.
•
Neem de minkabel van de accu los (alleen bij maaiers
met elektrisch starten).
•
Gebruik alleen correct gereedschap.
•
Verander niets aan de regulateur, koppelingen of
andere onderdelen om het motortoerental te verhogen.
•
Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan
en op dezelfde positie worden geïnstalleerd als de
originele onderdelen. Andere onderdelen zullen
minder goed werken, kunnen de maaier beschadigen
en kunnen letsel veroorzaken.
•
Sla niet op het vliegwiel met een hamer of een ander
hard voorwerp want het vliegwiel kan door een
dergelijke handeling in stukken uiteenvallen.
MOTOR
De eerste 5 uren
Ververs de motorolie
Om de 8 uur of dagelijks
Controleer het oliepeil van de motor
Om de 25 uur of jaarlijks*
Reinig het motorluchtfilter en het voorfilter **
Om de 50 uur of jaarlijks*
Ververs de motorolie
Vervang het oliefilter
Jaarlijks
Vervang het luchtfilter
Vervang het voorfilter
Raadpleeg uw dealer jaarlijks om
Inspecteer de geluiddemper en vonkenvanger
de bougie te vervangen
Vervang het brandstoffilter
Reinig het luchtkoelsysteem van de motor
* Wat zich het eerst voordoet.
** In stoffige omgevingen of als vuil in de lucht aanwezig is,
moet u vaker reinigen.
Controleer de bandenspanning
De bandenspanning moet regelmatig worden gecontroleerd
om te zorgen voor maximale tractie en het beste
maairesultaat (zie afbeelding 3).
OPM.: Denk eraan dat deze waarden iets kunnen afwijken
van de maximale bandenspanning die op de zijkant van de
banden staat vermeld.
Remtijd van het maaidek controleren
WAARSCHUWING
Als het maaiblad niet binnen 5 seconden
helemaal stopt, moet het blad worden afgesteld. Gebruik
de machine niet voordat de juiste afstelling is uitgevoerd
door een erkende dealer.
Controleer of het maaibald goed werkt (zie Controle van
het veiligheidsvergrendelsysteem). Het blad moet binnen
5 seconden nadat de bediening op UIT is gezet, stoppen
met draaien .
Onderhoud
nl
17