• Bedek de brandende lamp niet met een doek, karton of
soortgelijke voorwerpen. Dit kan namelijk brand of ont-
branding veroorzaken.
Om de lamp in te schakelen, drukt u op het bovenste
deel (I) van de schakelaar. Om de lamp uit te schakelen,
drukt u op het onderste deel (O) van de schakelaar.
Beweeg de lamp om de gewenste plek te verlichten.
OPMERKING:
• Gebruik een droge doek om vuil op de lens van de
lamp eraf te vegen. Pas op dat u geen krassen maakt
op de lens, omdat de verlichtingssterkte daardoor kan
verminderen.
Elektronische aansturing
Constante-snelheidsregeling
• Het gereedschap is uitgerust met een elektronische
toerentalregeling die ervoor zorgt dat ook onder belas-
ting het zaagblad op constante snelheid ronddraait.
Een constante draaisnelheid van het zaagblad levert
een zeer gladde zaagsnede op.
Zachte-startfunctie
• Deze functie laat het gereedschap geleidelijk starten
door het startkoppel te beperken.
Werking van de laserstraal
Alleen voor modellen LS1016L en LS1016FL (Fig. 20
en 21)
LET OP:
• Kijk nooit in de laserstraal. Een directe laserstraal kan
oogletsel veroorzaken.
• LASERSTRALING. KIJK NIET IN DE LASERSTRAAL
EN GEBRUIK GEEN OPTISCHE INSTRUMENTEN
OM ER RECHTSTREEKS NAAR TE KIJKEN. LASER-
PRODUCT VAN KLASSE 2M.
Om de laser in te schakelen, drukt u op de bovenkant (I)
van de schakelaar. Om de laserstraal uit te schakelen,
drukt u op het onderste deel (O) van de schakelaar.
U kunt de laserlijn verplaatsen naar de linker- of rechter-
zijde van het zaagblad door de stelschroef als volgt in te
stellen.
1.
Draai de stelschroef naar links los.
2.
Schuif de losgedraaide stelschroef zo ver mogelijk
naar links of rechts.
3.
Draai de stelschroef stevig vast bij de positie waar
deze niet verder kan worden verschoven.
De laserlijn is in de fabriek zodanig ingesteld dat deze
zich binnen 1 mm vanaf het zijvlak van het zaagblad
(zaagpositie) bevindt.
OPMERKING:
• Wanneer de laserlijn vaag en slecht zichtbaar is van-
wege direct zonlicht, verplaatst u het werkgebied naar
een plaats met minder direct zonlicht.
Afstellen van de laserlijn (Fig. 22)
U kunt de laserlijn verplaatsen naar de linker- of rechter-
zijde van het zaagblad, afhankelijk van de zaagbewer-
king. Voor het verplaatsen van de laserlijn, zie de uitleg
onder "Werking van de laserstraal".
OPMERKING:
• Plaats een houten hulpstuk tegen de geleider wanneer
u de zaaglijn instelt met de laserlijn aan de zijkant van
de geleider voor gecombineerd zagen (45° schuine
hoek en 45° rechtse verstekhoek).
A) Wanneer u de juiste afmeting krijgt aan de linker-
zijde van het werkstuk
• Verplaats de laserlijn naar de linkerzijde van het
zaagblad.
B) Wanneer u de juiste afmeting krijgt aan de rechter-
zijde van het werkstuk
• Verplaats de laserlijn naar de rechterzijde van het
zaagblad.
Doe de zaaglijn op het werkstuk overeenkomen met de
laserlijn.
INEENZETTEN
WAARSCHUWING:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en
zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvo-
rens het gereedschap te gebruiken. Als u het
gereedschap niet uitschakelt en zijn stekker niet uit het
stopcontact trekt, kan dat leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
Opbergen
Voor model met zeskant-inbussleutel (Fig. 23)
De
zeskant-inbussleutel wordt bewaard op de plaats
aangegeven in de afbeelding. Als u de zeskant-inbus-
sleutel nodig hebt, trekt u deze uit de sleutelhouder.
Na gebruik van de zeskant-inbussleutel plaatst u deze
terug in de sleutelhouder.
Installeren of verwijderen van het zaagblad
OPMERKING:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en
zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvo-
rens het zaagblad te installeren of te verwijderen.
Als het gereedschap per ongeluk start, kan dat leiden
tot ernstig persoonlijk letsel.
• Gebruik voor het installeren of verwijderen van het
zaagblad uitsluitend de bijgeleverde Makita zes-
kant-inbussleutel. Als u deze sleutel niet gebruikt kan
de zeskant-inbusbout te strak of onvoldoende strak
worden aangedraaid, waardoor ernstig persoonlijk let-
sel kan ontstaan.
Druk de aanslagpen naar binnen om het handvat in de
omhoogpositie te vergrendelen. (Fig. 24)
Gebruik de zeskant-inbussleutel om de zeskant-inbus-
bout, die de middenkap op zijn plaats houdt, naar links
los te draaien. Breng de veiligheidskap en de middenkap
omhoog. (Fig. 25)
Druk de asvergrendeling in om de as te vergrendelen en
draai met de zeskant-inbussleutel de zeskant-inbusbout
naar rechts los. Verwijder vervolgens de zeskant-inbus-
bout, de buitenflens en het zaagblad. (Fig. 26)
OPMERKING:
• Als de binnenflens verwijderd is, vergeet u niet deze
aan te brengen op de as met zijn uitsteeksel van het
zaagblad af gericht. Als de binnenflens verkeerd wordt
aangebracht, zal de flens tegen het gereedschap aan-
lopen.
79