Nadat het laden is voltooid
WAARSCHUWING:
Schakel de lader uit voordat u de verbinding met de
batterij loskoppelt.
Het loskoppelen van een lader die is ingeschakeld kan
leiden tot een explosie in de batterijhouder.
• Berg het netsnoer op in de ruimte die daarvoor in de (opti-
onele) on-board-lader voorzien is.
• Zorg dat de laadkabel droog is en beschermd tegen be-
schadiging.
WAARSCHUWING:
Laadkabels zijn voorzien voor hoge stroomwaar-
den.
- Als stekkers, kabels of aansluitingen tekenen van
schade vertonen, mag de lader niet gebruikt worden.
Onderhoud van open (natte) batterijen
AANWIJZING
Het verzorgen van onderhoudsvrije batterijen blijft
in principe beperkt tot het volgen van de juiste laad-
processen en de correct ingestelde laadcurve.
Batterijcompartiment openen voor het onder-
houd
• De machine moet uitgeschakeld zijn.
VOORZICHTIG:
Koppel de stoelschakelaar los voordat u de stoel uit
de machine verwijdert.
• Schroef de bestuurdersstoel los en verwijder deze uit de
machine.
• Verwijder het batterijdeksel van de
machine.
Nu kunt u onderhoud uitvoeren aan
de batterij volgens de instructies van
de fabrikant.
Voor de inbedrijfstelling
Parkeerrem
Activeren:
• De parkeerrem wordt automatisch ontgrendeld door het
elektronische systeem als u het gaspedaal indrukt.
AANWIJZING
Als de machine stilstaat, is de parkeerrem weer ge-
activeerd.
Zowel bij een in- als uitgeschakelde machine.
Ontgrendelen:
234
AANWIJZING
De bestuurdersstoel is uitgerust met een stoelscha-
kelaar (aanwezigheidsherkenning). Deze stoel-
schakelaar wordt geactiveerd zodra de
bestuurdersstoel door het bedienende personeel
bezet wordt.
Alleen bij geactiveerde stoelschakelaar kan de machine
worden bediend.
Noodontgrendeling:
AANWIJZING
Indien de controle of stroomvoorziening uitvalt,
kan de parkeerrem handmatig worden ontgrendeld.
• Hiertoe moet de ontgrendelingshen-
del permanent worden aangetrok-
ken. Deze bevindt zich bij het linker
achterwiel.
Parkeerrem en noodstop controleren
VOORZICHTIG:
Parkeerrem en noodstopschakelaar zijn belangrijke
veiligheidselementen.
- De werking ervan moet daarom regelmatig kort voor
gebruik van de machine worden gecontroleerd.
• Schakel de machine in.
• Druk het gaspedaal in en houd het stuur daarbij recht. De
machine zet zich recht in beweging.
• Druk nu op de noodstop.
AANWIJZING
De machine moet abrupt afremmen tot volledige
stilstand en daarbij zonder stuurcorrectie rechtuit
rijden.
GEVAAR:
Wanneer een van deze functies niet werkt, dan
moet de machine buiten bedrijf worden gesteld tot-
dat deze vakkundig gerepareerd is door een erken-
de TASKI-servicepartner.
Waarschuwingsinrichtingen
WAARSCHUWING:
Waarschuwingsinrichtingen als waarschuwings-
licht, flitslamp en geluidssignaal bij achteruitrijden
moeten regelmatig op hun werking worden gecon-
troleerd. Storingen moeten direct worden verhol-
pen.
De bediening van de machine bij ontbrekende of defec-
te waarschuwingsinrichtingen vereist verhoogde zorg
en aandacht.
- De waarschuwingselementen mogen niet worden af-
gedekt.
WAARSCHUWING:
Nationale voorschriften hebben altijd voorrang.
- Deze kunnen andere handelwijzen verlangen en
moeten altijd in acht worden genomen.