ACTIVITEITEN
1. FOTOCAMERA
• In de Fotocamera mode, kun je op het lcd-scherm kijken om het foto-
onderwerp te kunnen zien.
• Om een foto te maken houd je de camera stil en druk je op de
ontspanner
toets
• Er zijn 4 flitser standen: Automatische Flitser
, Zwakke Flitser Aan
is de standaard flitser. Druk op de flitser-toets
de 4 flitser standen
Attentie: Zet de fitser uit wanneer je een foto dichtbij het gezicht van een
persoon maakt om irritatie aan de ogen te vermijden.
Let op: Wanneer de batterijen te zwak zijn, is de flitser mogelijk niet
beschikbaar en verschijnt het volgende icoontje op het scherm
Gebruik Flitser:
Flitser stand
Zwakke Flits
Automatische Flits
Sterke Flits
• Druk op de Zoom In
gebruiken.
• Kies een fotokader of stempel voordat je een foto maakt en deze
ermee wilt bewerken. Om een kader of stempel te kiezen, druk je naar
links of rechts op de cursor-toetsen
bladeren. Maak daarna een foto en het kader of de stempel zal in de
foto bewerkt zijn.
• Om de foto's die je gemaakt hebt terug te kijken, ga je naar het fotoalbum
door op omhoog of omlaag te drukken op de cursor-toetsen. Druk
daarna weer omhoog of omlaag op de cursor-toetsen om naar de
volgende of vorige foto te gaan.
• In het Fotoalbum kun je een geselecteerde foto verwijderen door op de
verwijder-toets
• Druk, in het fotoalbum, op de Zoom In-toets
in en uit te zoomen terwijl je de foto bekijkt. Gebruik de cursor-toetsen
5
op de bovenkant van de camera. Of druk op de OK-
aan de achterkant.
of Zoom Uit
te drukken.
en Flitser Uit
Optimale gebruiksafstand
30 - 60 cm
60 - 120 cm
90 >
toetsen om de digitale zoom te
om door de opties heen te
, Sterke Flitser Aan
. De Automatische Flitser
om te kiezen tussen
of Zoom Uit-toets
.
om