1. Het kinderzitje afstellen
Plaats het kinderzitje op de bodem.
1a
Druk op de verstelknop en trek tegelijk BEIDE schoudergordels zo ver mogelijk
naar voren
Maak de gordel los uit het slot
Leg de gordels over de zijkanten van het zitje, zodat de gordels niet verdraaid
raken, terwijl u de slottongen in de rubberen houders steekt.
Plaats uw kind voorzichtig in het zitje, doe de gordel om en klik het gordelslot
weer vast.
Trek het bovenste uiteinde van de steunpoot weg van de achterzijde van het
1b
kinderzitje
Trek de gordelverstelling omhoog en beweeg deze naar boven of naar onder,
2
zodat de gordelgleuven in de hoofdsteun ter hoogte van of enigszins boven
2
de schouders van uw kind zitten.
1
1c
9-18 kg
9-25kg
(Afb. 1a).
(Inlassing in Afb. 1a).
1
(Afb. 1b).
Als de hoofdsteun zich in de correcte positie bevindt, laat u
het hoofdsteunverstelmechanisme los en controleert u of dit
in deze stand is vergrendeld.
Als u het bovenste uiteinde van de gleuf hebt bereikt, kan
uw kind het kinderzitje verder gebruiken tot zijn (haar)
ooghoogte ter hoogte van de bovenkant van het zitje komt
of tot uw kind meer weegt dan:
Rugwaarts gericht:
25 kg
Voorwaarts gericht: 18 kg
Gebruik de breedteverstelling (zie "Introductie inzake uw
kinderzitje" op de vorige pagina), om de breedte van het
kinderzitje in te stellen.
9-25kg
9-18 kg