opzichte van de waarde die op het gege-
vensplaatje staat.
►1.12. Controleer of de koeler op passende
wijze op massa aangesloten is.
►1.13. Zorg dat de polariteiten bij de aan-
sluiting op het elektriciteitsnet worden ge-
respecteerd. Geadviseerd wordt om een
geschikte magnetothermische differenti-
aalschakelaar te gebruiken (zie gegevens-
plaatje).
►1.14. De koeler kan een maximum ingangs-
druk van 3 Bar verdragen. Mocht de druk
van de watertoevoer hoger zijn, dan moet
een drukverlager geïnstalleerd worden.
►1.15. Vul de tank van de koeler alleen met
schoon water.
►1.16. Er wordt aangeraden gebruik te ma-
ken van een horizontale afdekking die be-
scherming biedt tegen de weersomstan-
digheden, voor de goede bewaring van de
koeler op lange termijn.
►1.17. Het is verboden de koeler en het
elektriciteitsnet of het waternet na de in-
stallatie te wijzigen, onklaar te maken of af
te stellen, als dat niet door gekwalificeerd
personeel gebeurt.
►1.18. Sluit de luchtinlaten van de koeler
niet af, ook niet gedeeltelijk, om ieder risi-
co te voorkomen.
►1.19. Om ernstige defecten te voorkomen,
moet vermeden worden dat stof, vuil of
ander materiaal in aanraking met de koe-
ler komt.
►1.20. Er wordt aangeraden de koeler te
gebruiken bij een omgevingstemperatuur
tussen 18°C en 45°C en met een watertem-
peratuur die lager is dan 45°.
►1.21. Om ernstige defecten te voorkomen
wanneer de temperatuur tot ongeveer
<2°C daalt, moeten de tank en de leidingen
die de koeler van water voorzien, geheel
geledigd worden.
►1.22. Sluit de elektrische voeding af wan-
neer de koeler gehanteerd wordt of wan-
neer onderhoud erop uitgevoerd wordt
(gebruik persoonlijke beschermingsmid-
delen om ieder risico te voorkomen).
►1.23. Als de voedingskabel beschadigd
blijkt, moet die door de technische dienst
worden vervangen om alle risico's te ver-
mijden.
►1.24. Bescherm de voedingskabel tegen
potentiële schade die het gevolg is van de
verplaatsing van voertuigen, voetgangers,
van weersomstandigheden en warmte-
bronnen.
►1.25. Bij een slechte werking van de koe-
ler moet de elektrische voeding afgesloten
worden en contact worden opgenomen
met de technische dienst.
►1.26. Sluit de koeler af van de voeding
wanneer hij gedurende middel-lange tijd
niet gebruikt gaat worden.
►1.27. Het water dat voor het vullen van de
tank van de koeler gebruikt wordt, moet
afkomstig zijn van een waterleiding. Als
het niet mogelijk is van een waterleiding
gebruik te maken, moet het ingevoerde
water onderworpen worden aan een wa-
terzuiveringsbehandeling volgens de Eu-
ropese richtlijn 98/82/EG.
-Er wordt aanbevolen water met een hard-
heid lager dan 15°f te gebruiken.
-De tank van de koeler moet regelmatig, al
naargelang het gebruik, geleegd en ont-
smet worden.
-De oppervlakken van de pads moeten re-
gelmatig, al naargelang het gebruik, geïn-
specteerd en ontsmet worden.
-Voor
de
ontsmettingswerkzaamheden
moeten biociden gebruikt worden con-
form de Europese verordening 582/2012.
►►►2. UITPAKKEN
BELANGRIJK: HET IS ABSOLUUT VERBO-
DEN DE KOELERS MET TWEE OF MEER
UNITS OP ELKAAR TE STAPELEN.
►2.1. Haal alle verpakkingsmateriaal weg, ge-
bruikt om de koeler te verpakken en te ver-
zenden, en verwijder volgens de geldende
normen.
►2.2. Haal alle artikelen uit de verpakking.
►2.3. Controleer of er tijdens het transport geen
schade is opgetreden. Als de koeler bescha-
digd is, moet u onmiddellijk de dealer verwitti-
gen, waar het toestel werd gekocht.
►►►3. ASSEMBLAGE EN INSTALLA-
TIE (ALLEEN VOOR GEKWALIFICEERD
PERSONEEL)
OPMERKING: OM TOEGANG TE KRIJGEN
TOT DE INTERNE DELEN VAN DE KOELER,
MOETEN DE SCHROEVEN EN DE VERDAM-
PINGSPANELEN, DIE OP DE ZIJKANTEN
VAN DE KOELER GEPLAATST ZIJN, VER-
WIJDERD WORDEN (Fig. 2).
en
it
de
es
fr
nl
pt
da
fi
no
sv
pl
ru
cs
hu
sl
tr
hr
lt
lv
et
ro
sk
bg
uk
bs
el
zh