4 - VOORZETHAARD INSTALLEREN (Afb. 5 en 6)
2 mogelijkheden :
In beide gevallen wordt de plafondplaat op
60 mm van het plafond aangebracht.
De uitbreekopeningen in de platen kunnen
worden verwijderd door met een boor van 6
in de gaten ∅ 2 mm te boren.
•
AANSLUITING BOVEN (AFB 5)
Breek
de
ronde
plafondplaat- en rookgasafvoerbeugel uit (de
overige moeten op hun plaats blijven) (afb. 7).
Bevestig de muur- en plafondplaat aan de muur
met de meegeleverde 6 schroeven, pluggen en
ringen en houd een afstand van 60 mm tussen de
plafondplaat en het plafond aan (afb. 9).
Plaats de haard tegen de muur. Schuif de
rookgasafvoermantel
Installeer
de
aansluitpijp.
rookgasafvoermantel aan de schoorsteenkap met
de meegeleverde plaatschroeven (afb. 10).
•
AANSLUITING ACHTER (AFB 6)
Breek de ronde uitbreekopeningen in de kapplaat
en
de
rechthoekige
muurplaat uit. Laat de andere uitbreekopeningen
op hun plaats (afb. 8).
Installeer de haard en de aansluitpijp (afb. 6).
Breng de muur- en plafondplaten aan (afb. 9) en
houd een afstand van 60 mm aan tussen het
plafond en de plafondplaat. Teken de boorgaten
voor
de muurplaat en de plaats van de
rechthoekige uitbreekopening af (afb. 11).
Trek
de
haard
doorvoerplaat
van
horizontale deel van de aansluitpijp (afb. 11).
Schuif de haard tegen de muur. Bevestig de
muurplaat en de plafondplaat met de uitgebroken
rechthoekige opening met de 4 meegeleverde
plaatschroeven (alleen van toepassing wanneer
de hoogte tussen de vloer en het plafond groter is
dan 2,4 m).
Installeer de haard definitief aan de muur.
Sluit de aansluitpijp aan op het rookgaskanaal.
Bevestig
de
rookgasafvoermantel
meegeleverde plaatschroeven aan de kapplaat.
•
VERVOLGENS (AFB. 12) :
Meet de afstand H tussen de bovenkant van
-
de kap en het plafond.
Schuif de bovenste rookgasafvoermantel in de
-
onderste.
uitbreekopeningen
op
de
rookgasafvoer.
Bevestig
uitbreekopening
van
de
muur.
Schuif
de
aansluitpijp
op
met
Gebruik
-
rookgasafvoermantel als een mal om 4 gelijke
gaten
rookgasafvoermantel te boren.
Schroef de manteldelen met de meegeleverde
-
plaatschroeven aan elkaar.
Schuif de manteldelen uiteen (maat H) en
-
plaats het geheel op de kap.
Bevestig e.e.a. met de meegeleverde 4
-
plaatschroeven.
Speciaal geval : Het rookgaskanaal steekt uit het
plafond
rookgasafvoermantel (afb. 13).
in
de
5 - STOKEN
•
Deze
verwarmingstoestel met :
Hoog rendement ;
-
Grote brandstofautonomie bij laag vuur.
-
5.1 - Thermostaat controleren
•
De thermostaat is vooringesteld maar moet, voor
het toestel voor de eerste maal in bedrijf wordt
de
gesteld, gecontroleerd worden. Open hiertoe de
deur ver verwijder de aslade.
•
Bij een omgevingstemperatuur van 20° C en de
instelknop op 0 moet de klep op het steunvlak
aanliggen (toestel koud) (afb. 14).
in
de
•
Er mag op de klep geen enkele kracht worden
uitgeoefend en moet, wanneer de knop in de stand
1 wordt geplaatst, opgelicht worden.
•
Zonodig kan de klep worden nagesteld met het
duimwiel in het asladecompartiment.
Op de duur kan de instelknop van de thermostaat (1)
moeilijk draaibaar worden. In dat geval kan de knop
(2) worden gesmeerd met wat grafietvet of motorolie
(zie de pijl op afb. 15).
de
het
5.2 - Instoken
•
Bij de eerste ontsteking (zie paragraaf 5.5.1)
moet gedurende de eerste uren het vuur matig
gehouden worden, waarbij de haard niet te zwaar
moet worden beladen (een houtblok van Ø 15
cm) en waarbij de luchtregelingsknop op 4 moet
staan : om alle onderdelen gelijkmatig te
verwarmen en te laten uitzetten.
•
Het kan tijdens het instoken voorkomen dat er
zich een verflucht verspreidt. Dit is volkomen
normaal. Ventileer het vertrek.
de
•
De haard niet op een schoorsteen aansluiten die
voor meerdere apparaten wordt gebruikt.
5.3 - Brandstof
5.3.1 - Aanbevolen brandstof
•
Hard houtblok met een maximale lengte van 59
cm : eiken-, beuken, kastanjebomenhout e.d.
Maximale laad hoogte : 25 cm.
68
de
4
gaten
van
3,2
mm
en
kan
bedekt
worden
gesloten
haard
in
de
onderste
in
de
bovenste
met
de
is
een