7.5 Betekenis van de indicatoren
7.5.1 Intensiteitsvergrendeling
Als de intensiteiten gedurende 10 seconden niet worden aangepast, worden de intensiteiten automatisch vergrendeld
om onbedoelde wijziging van de intensiteit te voorkomen. Wanneer de intensiteitsvergrendeling actief is, wordt het
vergrendelingssymbool op de weergaven van de intensiteit aangegeven. U ontgrendelt de intensiteiten door op één van de
toetsen voor het verlagen van de intensiteit
te drukken. Daarna kunt u de intensiteit opnieuw aanpassen.
7.5.2 Stappenindicator
De stappenindicator is een reeks chevronsymbolen boven het midden van het scherm. Met deze symbolen wordt
aangegeven wanneer het programma in de warming-upfase is (eerste chevron), in de behandelfase (tweede chevron) of in
de cool-downfase (derde chevron). Een chevron is gevuld als de betreffende fase aan de gang is. Voor TENS (P3) en het
oedeemprogramma (P4) is er sprake van slechts één stap.
7.5.3 Werk-/Rustindicator
De werk-/rustindicator is de kromme lijn rechtsboven in het scherm. Als de behandeling actief is, geeft deze indicator aan of
de therapie in werkmodus (contractie) of in rustmodus (stimulatie met lage frequentie) is. Tijdens de werkmodus knippert de
bovenste lijn van het symbool. Tijdens de rustmodus knippert het onderste deel van het symbool. TENS (P3)- en oedeem-
(P4) behandelingen kennen geen rustmodus.
7.5.4 Timer-indicator
De timer geeft de resterende tijd van een actieve fase aan. Voor het TENS-programma (P3) geeft de timer —:— weer omdat
het programma onbeperkt is en niet na een vastgestelde tijd wordt beëindigd. (Als u een TENS-programma wilt beëindigen,
drukt u tweemaal op de AAN/UIT-toets
.)
7.5.5 Batterij leeg-indicator
Als de batterijspanning onder een vastgestelde drempelwaarde komt, verschijnt het batterijsymbool.
Bent u met een behandeling bezig, dan kunt u de behandeling voltooien en de batterijen vervangen
voordat u een nieuwe behandeling start. Start geen nieuwe behandeling zonder de batterijen te
vervangen als het batterijsymbool een lage spanning aangeeft. Raadpleeg sectie 7.3.1. voor
informatie over het vervangen van de batterijen.
7.5.6 Pictogram Open stroomkring
Het pictogram voor een open stroomkring verschijnt als de weerstand tussen het apparaat en de
huid te hoog is. Het symbool wordt weergegeven naast het staafdiagram voor het kanaal waarvoor
het open stroomkring is gedetecteerd.
Het pictogram voor een open stroomkring kan verschijnen als gevolg van een slechte
elektrodehechting of bij een onderbroken stroomkring. Als de stroomkring onderbroken is, valt de
intensiteit terug naar nul en wordt het programma onderbroken. In dat geval controleert u of de
geleidingsdraad van de elektrode op de juiste wijze is aangesloten op het apparaat en of de elektroden
goed zijn aangesloten.
Phoenix User's Manual
223