Gebundelde kabels nooit in een unit persen.
Bevestig de kabels zo, dat ze de leidingen niet aanraken (met
name aan de hogedrukkant).
Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders zoals
aangegeven op de onderstaande afbeelding zodat de bedrading
niet in contact komt met de leidingen, vooral aan de
hogedrukzijde.
Zorg dat er geen externe druk wordt uitgeoefend op de
klemaansluitingen.
Let er bij de installatie van de aardlekschakelaar op dat hij
compatibel is met de inverter (bestand tegen elektrische ruis
met hoge frequenties) om ongewenst activeren van de
aardlekschakelaar te voorkomen.
Bevestig de bedrading in de hieronder aangegeven volgorde.
1
Bevestig de aarding aan de bevestigingsplaat van de afsluiter
zodat hij niet kan verschuiven.
2
Bevestig de aarding opnieuw aan de bevestigingsplaat van de
afsluiter samen met de elektrische bedrading en de bedrading
tussen de units.
Geleid de elektrische bedrading zodanig dat het voordeksel bij
het werken aan de bedrading niet omhoog wordt geduwd en
maak het voordeksel goed vast.
V3
4
5
6
1
Schakelkast
2
Bevestigingsplaat afsluiter
3
Aarding
4
Kabelbinder
5
Bedrading tussen units
6
Voedings- en aardingsbedrading
RRHQ0011~016AAV3(8) + RRHQ011~016AAW18
Buitenunit voor lucht-water-warmtepomp
4PW50202-1
1
2
W1
3
3
3
4
5
6
2
1
1
Voeding- en aardingsbedrading
2
Bedrading tussen units
Voor kabels die uit de unit komen, kan een beschermende
mantelbuis worden aangebracht in het doorsteekgat. (Zie
afbeelding 3)
1
Draad
2
Bus
3
Moer
Bescherm de kabels met plastic buizen om te voorkomen dat de
rand van het doorsteekgat in de kabels snijdt wanneer u geen
mantelbuis gebruikt.
Houd u bij de aanleg aan het diagram voor elektrische
bedrading.
Plooi de kabels en bevestig het deksel goed zodat het goed
past.
Voorzorgsmaatregelen voor de bedrading van de
voeding en tussen de units
Gebruik een ronde klem voor aansluiting op het klemmenbord
van de voeding. Als dit echt niet mogelijk is, let dan op de
volgende punten.
1
Ronde drukklem
2
Uitsparing
3
Sluitring
1
2 3
-
Sluit geen draden van een verschillende gauge aan op
dezelfde voedingsklem. (Losse draden kunnen oververhitting
veroorzaken.)
-
Sluit draden met eenzelfde gauge als volgt aan.
Draai de klemschroeven vast met de goede schroevendraaier.
Een te kleine schroevendraaier kan de schroefkop beschadigen
zodat u de schroef niet meer goed kunt vastdraaien.
Wanneer u de klemschroeven te vast aanschroeft, kunt u de
schroeven beschadigen.
Zie de onderstaande tabel voor het aanhaalkoppel van de
klemschroeven.
Aanhaalkoppel (N•m)
M4 (X1M)
M5 (X1M)
M5 (EARTH)
Zie de montagehandleiding bij de binnenunit voor de bedrading
van binnenunits, etc.
2
1
2
1
4
Frame
5
Slang
A
Binnenkant
B
Buitenkant
1,2~1,8
2,0~3,0
3,0~4,0
Montagehandleiding
11