Installatieprocedure
Stap 3. Draadloze instellingen configureren
1.
De standaardinstelling is de "Auto"-modus. De printserver
detecteert via de hierop aangesloten Ethernet-kabel
een verbinding met een bedraad L AN-netwerk. Als de
printserver is aangesloten op een bedraad netwerk, werkt
hij in dat netwerk. Om de draadloze modus te activeren,
maakt u de Ethernet-kabel los wanneer u klaar bent met de
configuratieprocedure. De Ethernet-kabel moet echter wel
aangesloten blijven voor de in dit hoofdstuk vereiste draadloze
configuraties. Zie voor meer informatie over draadloze
instellingen het hoofdstuk "Draadloze configuratie".
2.
Het scherm "Wireless Network Settings" (Instellingen
draadloos netwerk) van de printserver scant automatisch
het nabije draadloze netwerk. Selecteer het draadloze
netwerk waarmee u verbinding wilt maken en klik op
"Next" ( Volgende). U kunt de instellingen van uw draadloze
netwerk ook handmatig invoeren (in de modus "Manual").
De standaardinstellingen voor draadloze
netwerken zijn als volgt:
Modus:
Infrastructuur
SSID:
Standaard
Kanaal:
11
19
19
19
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17