46 NL – Beknopte installatiegids
Beveilig de omvormer en de voedingskabel
Zie tabel
B
op pagina 79. Controleer of de aanspreektijd van de zekering korter is dan
0,5 seconden.
Installeer de omvormer aan de wand
Zie figuur
A
op pagina 79.
Controleer de isolatie van de ingangs- en motorkabels en
van de motor
NL
Controleer de isolatie van de ingangskabel volgens plaatselijke regelgeving alvorens
de omvormer aan te sluiten op het voedingsnet.
DA
Controleer de isolatie van de motorkabel en motor wanneer de kabel losgekoppeld is
DE
van de omvormer, zie figuur
fasegeleider en de veiligheidsaardegeleider door een meetspanning van 1000 V DC
te gebruiken. De isolatieweerstand van een ABB-motor moet hoger zijn dan 100
ES
Mohm (referentiewaarde bij 25 °C of 77 °F). Voor de isolatieweerstand van andere
motors moet u de instructies van de fabrikant raadplegen. Opmerking: Vocht in de
FI
motorbehuizing zal de isolatieweerstand verlagen. Als u vocht vermoedt, moet u de
motor drogen en de meting herhalen.
FR
Sluit de vermogenskabels aan
IT
Zie figuren C, E,
NL
motorbekabeling.
NL
1. Draai de montageschroeven aan de zijkanten van de frontkap los.
2. Verwijder de kap door deze naar voren te schuiven.
RU
3. Plaats de waarschuwingssticker tegen restspanning in de plaatselijke taal op de
SV
montageplaat van het bedieningspaneel.
4. Verwijder de rubber doorvoertules van de doorvoerplaat om de kabels aan te
TR
sluiten.
CN
5. IP21 units: Bevestig de kabelconnectoren (meegeleverd in een plastic zak) in de
gaten van de kabeldoorvoerplaat.
6. Maak de uiteinden van de voedings- en motorkabels gereed zoals geïllustreerd in
de figuur.
7. Aard de kabelafschermingen over 360 graden in de kabelconnectoren (IP21
units) of onder de klemmen (IP55 units).
8. Sluit de getwiste afscherming van de ingangskabel aan op de aardklem.
9. Sluit de PE-geleider van de ingangskabel aan op de extra PE-klem.
F
op pagina 80. Meet de isolatieweerstand tussen elke
H
en F. Gebruik symmetrisch afgeschermde kabel voor de