gespannen.
De resultaten mogen slechts als benaderend
beschouwd worden. Voor een meer nauwkeurige
bepaling is een krachtmeting doorgevoerd te
worden.
Begrenzing van de openingskracht (menu 48)
De OPEN-bewegingen worden met elkaar
vergeleken. Bij overschrijding van de ingestelde
waarde wordt de deur gestopt en F33 verschijnen.
De deur kan vervolgens uitsluitend in de
!
dodemansmodus gesloten worden. Oorzaak
van de krachtoverschrijding verhelpen en
daarna de deur openen en sluiten.
Motor 9.24/5.24: invoerwaarde = U x gewicht / 20Kg
Motor 9.20: invoerwaarde = U x gewicht / 16Kg
Motor 9.15: invoerwaarde = U x gewicht / 15Kg
De resultaten mogen slechts als benaderend
beschouwd worden. Voor een meer nauwkeurige
bepaling is een krachtmeting doorgevoerd te
worden.
Krachtmeting
Ter bepaling van de uitschakeldrempel.
Na invoer van de waarde 99 in het menu 48 voert de
besturingsinrichting een krachtmeting door:
1.
Een testgewicht (aanbevolen ca. 20 kg) aan de
deur bevestigen en de deur compleet openen
en sluiten.
2. Vervolgens verschijnt in het menu 48 de
waarde en wordt deze als uitschakelwaarde
overgenomen. De waarde kan gewijzigd
worden (dubbele waarde gelijk aan dubbele
kracht).
3.
Testgewicht terug verwijderen en deur weer
openen en sluiten.
Inschakelduur (menu 49)
De ingestelde inschakelduur verhindert de
oververhitting van de aandrijfmotor en voorkomt
beschadigingen.
!
Bij gebruikmaking van de motor 5.24 met
kunststofdrijfwerk moet de inschakelduur op 1
(3~) of op 2 (WS, 1~) ingesteld worden.
RWA-functie (rook-/warmteafvoer)
In het menu 55 de overeenkomstige deurpositie
instellen. Brandmeldinstallatie op J7 aansluiten en in
het menu 50 waarde 7 instellen.
Externe commandoapparaten / impulsgever
(menu 51)
0
Ingang J1.3 werden voor het geven van
impulsen DICHT, ingang J1.4 voor het
geven van impulsen OPEN gebruikt.
De deur moet vanop de plaats van de
bediening zichtbaar zijn.
1
D ingangen worden voor het geven van
impulsen OPEN – stop – DICHT gebruikt.
J1.4 voor deur volledig open.
Leren van de radiografische handzender
Denk eraan dat iedere handzender afzonderlijk moet
leren. U hebt de mogelijkheid, 30 radiografische
codes te leren. De volgende functies kunnen
aangeleerd worden: KeeLoq, 12 Bit Multibit. De
eerste code bepaalt het type.
Selectie besturingstype (menu 59)
In menu 59 worden er verschillende besturingstypes
geselecteerd. Voor overeenkomstige instellingen
verwijzen wij naar de bijkomende bladen.
Startimpuls (menu 60)
Ga naar het menu en druk op de handzender op de
toets voor de startfunctie. Zodra de code is aangeleerd,
zullen de puntjes in het display vijf keer knipperen.
Lichtfunctie (menu 62)
Ga naar het menu en druk op de handzender op de
toets voor de lichtfunctie. Zodra de code is
aangeleerd, zullen de puntjes in het display vijf keer
knipperen.
Radiografische codes wissen (menu 63)
Om alle aangeleerde codes in het menu te wissen
moet u vijf seconden lang de ovale toets ingedrukt
houden.
DU functies (hoofdmenu 7)
B i j d e e e r s t e i n g e b r u i k n a m e d i e n t d e
besturingsinrichting in menu 99 terug op
fabrieksinstellingen gezet te worden. De functie
"Begrenzing van de openingskracht" in DU kan in het
menu 48 geselecteerd worden:
Waarde = 0, krachtbegrenzing "Uit"
Waarde = 1 - 99, krachtbegrenzing is geactiveerd
!
Om de aandrijving tegen oververhitting te
beschermen, moet de inschakelduur in het menu
49 op "5" ingesteld worden.
Eerste inbedrijfstelling
Om een veilig bedrijf van de overlaadbrug te
garanderen moet de eerste inbedrijfstelling
gebeuren door deskundig personeel.
-
Zet de hoofdschakelaar op aan
-
Draai één keer proef door alle
bedieningsfuncties uit te voeren
Als alle bedieningsfuncties foutloos kunnen worden
uitgevoerd, dan is de overlaadbrug operationeel.
Handleiding voor het bedrijf /
Beschrijving van de functies
Bediening van de
overlaadbrug
In dit hoofdstuk beschrijven wij u de complete
bediening van de overlaadbrug. Om te garanderen
dat u veilig werkt met dit product is het absoluut
vereist, dat u de volgende veiligheids- en
gevaarinstructies volgt.
Alle personen die de overlaadbrug bedienen,
moeten van tevoren geïnstrueerd zijn. De exploitant
moet garanderen dat alle personen de instructie
begrepen hebben.
H e t p e r s o n e e l m o e t b o v e n d i e n d e
gebruiksaanwijzing en bedieningshandleiding
aandachtig gelezen en begrepen hebben. Het
zelfstandige bedienen is alleen toegestaan aan
geïnstrueerde personen en personen met een
minimum leeftijd van 18 jaar.
1. Let op de bewegingen van de overlaadbrug!
2. Tijdens het optillen en neerlaten van de
overlaadbrug mogen zich geen personen
ophouden in het bewegingsbereik van de
overlaadbrug.
3.
Tijdens het verladen moet de hoofdschakelaar
altijd in de stand I staan. Bij het verladen worden
anders de hoogtebewegingen van de
vrachtwagen niet meegemaakt door de
overlaadbrug.
4.
Zet in noodgevallen de geel-rode
hoofdschakelaar op 0. Elke beweging van de
overlaadbrug is dan onderbroken, als u:
a) de hoofdschakelaar activeert of
b) de stroomtoevoer onderbreekt of
c) Noodstop-knoppen activeert.
Het laadproces moet worden afgebroken.
Zie herstartblokkering.
5. Vóór de dagelijkse inbedrijfstelling moet de
overlaadbrug om veiligheidsredenen aan een
zichtcontrole worden onderworpen:
Als er geen gebreken worden vastgesteld kunt u
de overlaadbrug in bedrijf stellen. Schakel de
hoofdschakelaar in en activeer kort de knop
Optillen. De overlaadbrug is nu operationeel.
Optillen
Als u de knop
ingedrukt houdt gaat de
overlaadbrug omhoog. Tegelijkertijd zwenkt
bovenaan de overlaadbrug het klapbare deel uit. Na
loslaten van de knop
gaat de overlaadbrug
automatisch neer.
Drijfstand
Na loslaten van de knop Optillen
overlaadbrug met de oplegger op de vrachtwagen en
bevindt zich in de drijfstand. De overlaadbrug volgt
de hoogtebewegingen van de vrachtwagen.
!
Herstartblokkering
Na het opnieuw inschakelen van de hoofdschakelaar
of van de Noodstop-knop is de herstartblokkering
actief, de gele waarschuwingslamp knippert in het
display.
Het berijden van de overlaadbrug is in dit
geval verboden.
Return / Overlaadbrug in rustpositie
Als het verlaadproces beëindigd is, dan kunt u door
de toets RETURN te activeren de overlaadbrug terug
in de rustpositie bewegen.
De overlaadbrug gaat omhoog en daalt vervolgens
zonder een knop te activeren automatisch tot op de
hoogte van het laadplatform.
Autoknop
Door de toets AUTO kort aan te tippen beweegt de
overlaadbrug automatisch terug in de ruststand en
de poort sluit vervolgens zonder verder nog een knop
te activeren automatisch in de dicht-positie (alleen
mogelijk in impulsbedrijf Open / Dicht).
Automatische terugkeer (optioneel)
Nadat de vrachtwagen is weggereden gaat de
overlaadbrug automatisch in de ruststand en de
poort beweegt dicht.
Deze functie is alleen mogelijk in combinatie met de
juiste sensoren. Verder moet er een optisch en
akoestisch signaal geïnstalleerd zijn.
Verlichting en of voorwaarschuwingslicht
(optioneel)
De besturing bezit 2 relaisuitgangen, waarmee de
verlaadlamp en/of het Rood/Groen-verkeerslicht
geschakeld kunnen worden (menu 45 en 46).
Laadlamp (optioneel)
Als de toets
wordt ingedrukt gaat de laadlamp aan.
Zodra de overlaadbrug zich weer in rustpositie
bevindt gaat de laadlamp uit.
Veiligheidswielspie (optioneel)
Alleen als de wielspie achter de banden van de
vrachtwagen is geplaatst kan de overlaadbrug
optillen en uitschuiven.
Functie sleutelschakelaar (optie)
De besturing heeft een ingang voor een
sleutelschakelaar. Hiermee hebt u de mogelijkheid,
de volgende functies (menu 50) te activeren:
0
Impulsgever "Open – stop – gesloten"
1
Het bedieningsveld van de besturing
wordt geblokkeerd
2
Alle externe bedieningselementen
worden geblokkeerd
3
Het bedieningsveld van de besturing en
alle externe bedieningselementen
worden geblokkeerd
4
Gedurende 10 seconden zijn het
bedieningsveld van de besturing
NL
daalt de