werk zodanig uitgevoerd wordt dat het risico op vallen en de valhoogte tot een minimum beperkt worden. Controleer of
de vrije ruimte onder de gebruiker op de werkplek en vóór elke gebruiksgelegenheid, zodat er in geval van een val geen
contact met de grond gemaakt kan worden en er geen andere obstakels op de valbaan aangetroffen worden. Een
valbeveiligingsharnas is het enige acceptabele vasthoudmiddel van het lichaam dat gebruikt mag worden in een
valbeveiligingsysteem.
Verbinding: De gebruiker van een karabijnhaak met handmatige sluiting (fig.1) moet voorkomen dat hij deze meerdere
malen tijdens eenzelfde ploegendienst losmaakt. De snelschakels [5] worden gebruikt wanneer men weinige malen
moet openen/sluiten (fig.6). Ze moeten gesloten worden met een sleutel met aanhaalkoppel van 3 Nm voor de
snelschakels [5] met diameter van 8 mm en 7 Nm voor die met diameter van 10-12 mm. De gedeeltelijke sluiting van de
moer [6] moet altijd voorkomen worden (fig.6). Zie voor het correcte gebruik en voor de verbinding met een
betrouwbaar verankeringspunt, aan een subsysteem, bijvoorbeeld een shockborber, een touwtje en een karabijnhaak
en aan andere componenten van een valbeveiligingssysteem, fig.7. De verankering van het systeem moet bij voorkeur
boven de positie van de gebruiker gesitueerd zijn en een weerstand conform de norm EN 795 (>15kN) bezitten (fig.13).
Eigenschappen: De eigenschappen van de karabijnhaken zijn vermeld in de tabellen A en B.
Type H: karabijnhaak voor het zekeren met een halve mastworp.
Type K: karabijnhaak voor klettersteig
Type X: ovale karabijnhaak voor lage belastingen en klimwanden.
Type/klasse B: basiskarabijnhaken.
Type/klasse Q: snelschakels.
Voor EN 362: Klasse T: directionele karabijnhaken bestemd om een vooraf bepaalde belastingsrichting volgens de
grote as toe te staan.
Het hoofdmateriaal van de karabijnhaak is aangegeven in de kolom "Material" van tabel B: S = Staal , SS = Roestvrij
staal , Al = Aluminiumlegering.
EAC gebruik: De modellen gecertificeerd voor EAC gebruik (Rusland-Belarus-Kazachstan-Armenië-Kirgizië norm) zijn
vermeld in tab.B en aangegeven op het etiket van het product.
CONTROLE EN ONDERHOUD
Een karabijnhaak verliest meer dan de helft van zijn weerstand wanneer de snapper open is (zie tabel A en B). Het is
dus zaak om de correcte werking van de sluiting van de snapper vóór het gebruik te controleren:
• het niet terugkeren van de snapper [2] tegen het lichaam [1] van de karabijnhaak op het moment van sluiten. Tijdens
de controle moet de snapper [2] langzaam losgelaten worden om de werking van de veer te neutraliseren.
• foutieve en onvolledige werking van het sluitmechanisme van de snapper. Voor het handmatig sluiten van het
vergrendelmechanisme [3], moet volledig vast- en losgeschroefd kunnen worden. Een karabijnhaak met een
gedeeltelijke vergrendeling mag niet gebruikt worden. De automatische sluiting moet zich volledig voltrekken, zonder
enige hulp van buitenaf. In sommige agressieve omgevingen (modder, zand, verf, ijs, vuil water...) kan de
automatische vergrendeling niet correct werken.
Als een van de defecten optreedt, moet het mechanisme van de snapper na de reiniging met een smeermiddel op basis
van siliconen gesmeerd worden. Opmerking: reiniging en smering worden na elk gebruik in zeeomgeving aangeraden.
Als het defect na de smering aanhoudt, moet de karabijnhaak buiten gebruik worden gesteld. Voorkom tijdens het
gebruik contact van de bandslinge met de scherpe randen om een belangrijk verlies aan weerstand of het doorsnijden
van de bandslinge te voorkomen. Ook knopen, vocht, vorst, blootstelling aan UV-straling en veroudering veroorzaakt
43