Center verwijderen
8. Steek een passende staaf van aluminium of messing van
links naar rechts door de hoofdspil.
9. Houd de center vast. Maak de center los door een tik op de
staaf te geven.
Vierklauwplaat (No. 24036)
Aanwijzing:
Door de mogelijkheid om de bekken afzonderlijk te verstellen,
kunnen ronde, ovale, vierkante en ook onregelmatig gevormde
werkstukken worden opgespannen.
Werkstukken kunnen zowel centrisch als excentrisch worden
opgespannen.
In tegenstelling tot de drieklauwplaat moet het werkstuk hier
handmatig worden gecentreerd.
Trek de stekker uit het stopcontact!
1. Demonteer de drieklauwplaat en monteer de vierklauw-
plaat.
2. Open de vier bekken, reinig de draagvlakken en span het
werkstuk op het oog losjes in.
3. Zet het support met draaibeitel tegen het eindvlak van het
werkstuk.
4. Draai de klauwplaat met de hand om afwijkingen van de
symmetrie te constateren.
5. Stel de bekken af door één bek te openen en de tegen-
overliggende bek bij te stellen.
6. Draai alle vier bekken gelijkmatig kruisgewijs vast.
In de normale positie van de inspanbekken mogen uitsluitend
werkstukken met een kantlengte van maximaal 30 mm
worden gespannen. Bij omgekeerde bekken maximaal
80 mm.
Grotere werkstukken kunnen niet goed worden vastgezet.
Gevaar voor ongevallen!
Spantanginrichting en spantangen
(No. 24038)
Aanwijzing:
De spantanginrichting is vooral geschikt voor het bewerken van
ronde delen met hoge precisie. De rondloopnauwkeurigheid is
hierbij aanzienlijk groter dan bij het werken met een klauwplaat.
Trek de stekker uit het stopcontact!
1. Draai de drie bevestigingsbouten van de drieklauwplaat
eruit en verwijder de klauwplaat.
- 64 -
Let op!
Let op!
Let op!
2. Maak de passing voor de bevestiging van de spantang 2
(Fig. 24) en de passing in de hoofdspil 1 grondig schoon.
3. Monteer de spantangopname 2 met behulp van vier beves-
tigingsbouten 3.
Gebruik altijd uitsluitend een spantang die precies bij het
werkstuk past. Tangen met een te grote diameter worden
onherstelbaar beschadigd.
4. Steek de spantang 6 erin en draai de wartelmoer 5 er los op.
Draai de wartelmoer nooit aan als er nog geen werkstuk opge-
spannen is.
5. Steek het passende werkstuk in de spantang en draai de
wartelmoer 5 met behulp van de stalen pennen 4 aan.
Boorhouder (No. 24020) bevestigen
1. Verwijder de meelopende center uit de spil van de losse
kop. Verwijder al het vet en vuil van de conus en van de
boorhouder.
2. Steek de pen in de spil van de losse kop en schuif de boor-
houder er stevig op.
Aanwijzing:
De boorhouder wordt op dezelfde manier verwijderd als de
meelopende center.
Vaste bril (No. 24010)
De bril is vooral geschikt voor het uitdraaien van relatief lange
werkstukken met een diameter t/m 40 mm.
1. Draai de bevestigingsbout 4 (Fig.25) los en zet de borgplaat
3 dwars.
2. Plaats de bril op de bedgeleiding en zet deze in de
gewenste positie.
3. Draai de borgplaat 3 evenwijdig met de houder van de bril
en draai de bevestigingsbout 4 vast.
4. Draai alle klembouten 1 los en zet alle bekken 2 tegen het
werkstuk aan.
De bekken 2 mogen het werkstuk slechts aanraken en niet
vastklemmen. Anders kunnen er krassen op het werkstukop-
pervlak ontstaan en kan de motor overbelast raken.
Indien het werkstuk bij het steunpunt niet rond en glad is, moet
het eerst worden afgedraaid.
De bekken en het werkstuk moeten tijdens het draaien voort-
durend worden geolied.
5. Controleer of het werkstuk zonder speling in de bril is gela-
gerd en haal de klembouten 1 weer aan.
Let op!
Let op!
Let op!