5.1 - Programmering eerste niveau (ON-OFF)
Alle functies van het eerste niveau zijn in de fabriek ingesteld op "OFF" en kun-
nen op elk gewenst moment gewijzigd worden. Om de verschillende functies te
controleren, zie Tabel 5. Voor de programmeerprocedure, zie Tabel 6.
Led
Functie
L1
Automatische sluiting
L2
Sluit na foto
L3
Sluit altijd
L4
Stand-by (Bluebus)
L5
Elektrisch slot / Gebruikerslicht
L6
Voorwaarschuwing
L7
"Sluit" wordt "Open gedeeltelijk 1"
L8
"Lampje poort open" of
"Lampje onderhoud"
01. Houd de toets "Set" circa 3 seconden ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer de led "L1" begint te knipperen;
03. Druk op de toets " " o " " om de knipperende led te verplaatsen naar de led die de te wijzigen functie vertegenwoordigt;
04. Druk op de toets "Set" om de status van de functie te veranderen:
(kort knipperen = OFF - lang knipperen = ON);
05. Wacht 10 seconden (maximumtijd) om de programmering af te sluiten.
Opmerking – Om andere functie op "ON" of "OFF" te programmeren dient u, gedurende het uitvoeren van de procedure de punten 03 en 04 gedurende de
fase zelf te herhalen.
5.2 - Programmering tweede niveau (instelbare parameters)
Alle parameters van het tweede niveau zijn in de fabriek ingesteld zoals in de
kleur grijs is aangegeven in Tabel 8 en kunnen op elk gewenst moment wor-
den gewijzigd door te werk te gaan zoals beschreven in Tabel 7.
De parameters kunnen worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 8; om te
01. Houd de toets "Set" circa 3 seconden ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer de led "L1" begint te knipperen;
03. Druk op de toets " " of " " om de knipperende led te verplaatsen op de led die de "ingangsled" is van de te wijzigen parameter;
04. Houd de toets "Set" ingedrukt tot punt 06 is afgewerkt;
05. Wacht circa 3 seconden totdat de led gaat branden die het actuele niveau van de te wijzigen parameter vertegenwoordigt;
06. Druk op de toets " " of " " om de led, die de parameterwaarde vertegenwoordigt, te verplaatsen;
07. Laat de toets "Set" los;
08. Wacht 10 seconden (maximumtijd) om de programmering af te sluiten.
Opmerking – Om meerdere parameters te programmeren dient u gedurende de procedure de handelingen van punt 03 tot punt 07 gedurende de fase zelf
te herhalen.
TABEL 5 - Functies eerste niveau
Beschrijving
Functie ACTIEF: na een openingsmanoeuvre wordt een pauze ingelast (waarvan de duur gelijk is aan de geprogrammeerde
Pauzetijd) nadat deze tijd is verstreken, start de besturingseenheid automatisch een sluitmanoeuvre. De fabriekswaarde van
de Pauzetijd is 30 sec.
Functie NIET ACTIEF: de werking is van het "semi-automatische" type.
Functie ACTIEF: indien gedurende de openings- of sluitmanoeuvre de fotocellen in werking treden, wordt de pauzetijd
gereduceerd tot 5 sec. onafhankelijk van de geprogrammeerde pauzetijd.
Met gedeactiveerde "automatische sluiting" wordt, indien gedurende het sluiten de fotocellen in werking treden, de
"automatische sluiting" met de geprogrammeerde "pauzetijd" geactiveerd.
Functie ACTIEF: in het geval van een stroomuitval, ook indien deze van korte duur is, zal de besturingseenheid bij het
terugkeren van de stroom een geopende poort detecteren en automatisch een sluitmanoeuvre starten, voorafgegaan
door 5 sec. voorwaarschuwing.
Functie NIET ACTIEF: bij het terugkeren van de stroom blijft de poort waar hij is.
Functie ACTIEF: 1 minuut na het einde van de manoeuvre schakelt de besturingseenheid de uitgang "Bluebus" (aangeslo-
ten inrichtingen) en alle led's uit, met uitzondering van de led Bluebus die langzamer zal knipperen. Wanneer de bestu-
ringseenheid een instructie ontvangt, wordt de normale werking hersteld (met een korte vertraging). Deze functie heeft het
doel het stroomverbruik te verminderen; dit is belangrijk bij voeding op batterijen of zonnepanelen.
Functie ACTIEF: de uitgang "elektrisch slot2 schakelt zijn functie om naar "gebruikerslicht".
Functie NIET ACTIEF: de uitgang werkt als elektrisch slot.
Functie ACTIEF: het is mogelijk een pauze van 3 seconden in te lassen tussen de inschakeling van het knipperlicht en het
begin van de manoeuvre, om op tijd te waarschuwen voor een gevarensituatie.
Functie NIET ACTIEF: de signalering van het knipperlicht valt samen met het begin van de manoeuvre.
Functie ACTIEF: alle instructies die overeenstemmen met "Sluit" (ingang "Close" of radio-instructie "Sluit") worden vervangen
door de instructie "gedeeltelijke opening 12.
Functie ACTIEF: de uitgang 2lampje poort open" van de besturingseenheid schakelt zijn werking om naar "lampje onder-
houd".
Functie NIET ACTIEF: de uitgang werkt als "lampje poort open"
TABEL 6 - Procedure voor programmering eerste niveau
TABEL 7 - Procedure voor programmering tweede niveau
BELANGRIJK – De programmeerprocedure kent een tijd van maximaal 10
seconden tussen het indrukken van de ene en de andere toets. Nadat deze tijd
verstreken is, wordt de procedure automatisch afgesloten, waarbij de tot op
dat moment aangebrachte wijzigingen worden opgeslagen.
controleren welke waarde bij elk van de led's hoort, raadpleegt u de Tabel 8.
BELANGRIJK – De programmeerprocedure kent een tijd van maximaal 10
seconden tussen het indrukken van de ene en de andere toets. Nadat deze tijd
verstreken is, wordt de procedure automatisch afgesloten, waarbij de tot op
dat moment aangebrachte wijzigingen worden opgeslagen.
SET
3 s
SET
L1
o
SET
10 s
SET
3 s
L1
SET
o
SET
o
SET
10 s
Nederlands – 5