LET OP: als de LM-verificatie-instelling op de all-in-one niet overeenkomt met de instelling op
de server, is het mogelijk dat handelingen waarvoor een aanmelding vereist is (zoals voor
netwerkmappen), niet werken.
2. Schakel de all-in-one uit en vervolgens weer in, als u onlangs de DNS- of WINS-instellingen
heeft verandert.
Het beveiligingsniveau instellen
Ingebouwde webserver (aanbevolen)
1. Open de ingebouwde webserver.
2. Open het tabblad Instellingen en klik op Beveiliging in het linkerdeelvenster.
3. Selecteer de gewenste beveiligingsinstelling in de lijst Toegangsniveau van apparaat.
PIN
a. Selecteer PIN en stel een PIN-code in.
b. Open het tabbad PIN-code gebruiker en configureer de gewenste instellingen.
Windows NT
a. Selecteer Windows NT en voer vervolgens het Windows NT-domein (zowel het DNS- als
NetBIOS-domein) en de wachtwoordgegevens in.
b. Open de tabbladen Beheerders en Aanmeldingstoegang WinNT en configureer de
gewenste instellingen.
c.
Als LM-verificatie op de server is ingeschakeld, selecteert u Netwerkmap in het
linkerdeelvenster en configureert u de LM-verificatie-instelling zodat deze overeenkomt
met de instelling die op de server wordt gebruikt.
4. Klik op Toepassen.
Bedieningspaneel all-in-one
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop M
2. Druk op
(omlaag) om naar Beheerder te gaan en druk vervolgens op
3. Druk op
(omlaag) om naar BEHEERDERSINSTELLINGEN te gaan en druk vervolgens op
(selecteren).
4. Druk op
(omlaag) om naar Apparaattoegang te gaan, gebruik de – of de + om de
gewenste beveiligingsinstelling te selecteren en druk op
PIN
a. Selecteer PIN en volg de aanwijzingen op de display om een PIN-code in te stellen.
naar
b. Ga
Geregistreerde gebruikers en configureer de gewenste instellingen.
Windows NT
a. Selecteer WinNT en voer vervolgens het Windows NT-domein (zowel het DNS- als
NetBIOS-domein) en de wachtwoordgegevens in.
b. Selecteer Beheerders en Aanmeldingstoegang WinNT en configureer de gewenste
instellingen.
c.
Als LM-verificatie op de server is ingeschakeld, selecteert u LM-verificatie en
configureert u de LM-verificatie-instellingen zodat deze overeenkomen met de verificatie-
instellingen die worden gebruikt op de server.
5. Zodra deze instellingen zijn geconfigureerd, is de all-in-one weer klaar om af te drukken.
ENU
De verificatieoplossing voor digitale verzending instellen 101
.
(selecteren).
(selecteren).