Problemen met het netwerk oplossen
De all-in-one is niet correct ingesteld in het netwerk.
Controleer of de all-in-one op de juiste wijze is ingesteld en aangesloten op het netwerk.
Voer een PING-opdracht uit voor het apparaat en controleer of het apparaat reageert.
De afdrukserver die is geïnstalleerd op de all-in-one ondersteunt geen
digitale verzendfuncties.
De afdrukserver die is geleverd bij de HP Officejet 9130 all-in-one ondersteunt de digitale
verzendfuncties. Dat geldt mogelijk niet voor andere afdrukservers. Zie "Specificaties" op
pagina 104 en de elektronische gebruikershandleiding voor een lijst met afdrukservers die de
digitale verzendfuncties ondersteunen.
Mogelijk zijn de beveiligingsinstellingen van het Windows-netwerk
niet compatibel.
De verificatieoplossing voor digitale verzending ondersteunt de
standaardbeveiligingsinstellingen voor Windows-netwerken. Mogelijk ondersteunt deze
oplossing echter niet alle niet-standaardbeveiligingsinstellingen (bijvoorbeeld het inschakelen
van SMB-ondertekening [Server Message Block] en het alleen accepteren van NTLMv2).
De domeinnaam of servernaam kan niet worden herleid.
Het aanmelden bij of het verzenden naar een netwerkmap lukt mogelijk niet als de tijdens de
installatie opgegeven domeinnaam of servernaam niet naar een bepaald IP-adres kan worden
herleid. Bij het instellen van de verificatieoplossing voor digitale verzending is het belangrijk dat
u de volgende handelingen uitvoert:
•
Probeer volledig gekwalificeerde DNS-namen te gebruiken.
•
Zorg dat de betreffende naamservers (DNS, WINS of beide) correct op het apparaat
zijn ingesteld.
•
Schakel de all-in-one uit en vervolgens weer in, als u onlangs de DNS- of WINS-instellingen
heeft verandert.
De all-in-one maakt geen gebruik van het e-mailadres van de
aangemelde gebruiker.
Wanneer een gebruiker zich aanmeldt bij de all-in-one, zoekt de all-in-one met behulp van een
LDAP-zoekopdracht naar het e-mailadres van de aangemelde gebruiker. Als deze zoekopdracht
niets oplevert, wordt het standaard e-mailadres bij Van: gebruikt.
Als u de all-in-one het e-mailadres van de gebruiker wilt laten gebruiken in plaats van het
standaardadres, moet u het volgende controleren:
•
De gebruikersinformatie is correct ingesteld in de LDAP-server. Als u een externe LDAP-server
gebruikt voor LDAP-zoekopdrachten, moet u ervoor zorgen dat de gebruikersinformatie
correct is ingesteld in zowel de LDAP-server voor Active Directory als in de externe
LDAP-server.
•
De LDAP-server bevat de kenmerken "sAMAccountName" en "mail". Deze kenmerken
worden bij de LDAP-zoekopdracht gebruikt en moeten worden gedefinieerd.
Problemen met het netwerk oplossen 103