Installatie - Interpump Group STANDARD HT Serie Instrucciones Para La Instalación

INSTALLATIE

- De pomp moet horizontaal geplaatst worden en steunen op de daartoe voorzien steunvoetjes ofwel
direct aan de motor gekoppeld worden met de daartoe voorziene, originele fl ens.
- De basis moet vlak en stevig zijn om eventuele doorbuigingen en foutieve uitlijningen van de
koppelingsas pomp/motor te vermijden.
- Het geheel pomp/motor mag niet direct aan het chassis of aan het onderstel bevestigd worden. Er
moeten eerst trillingsdempers tussen geplaatst worden.
- Vermijden dat de pomp geplaatst en gebruikt wordt in de buurt van warmtebronnen en/of in ruimten
waar condensatie kan ontstaan. Deze laatste kan uitwerkingen hebben op de doeltreffendheid van de
smeerolie van de pomp.
- Vermijden dat de pomp droog, zonder vloeistof, werkt, ook voor korte tijd.
- Bij pompen met een geïntegreerde regelklep of in het geval dat de installatie voorziet dat de uitlaat
van het reduceerventiel (BYPASS) direct met de toevoeropening (IN) van de pomp verbonden is, moet
men vermijden dat de pomp meer dan 3 minuten in BYPASS werkt, en dit om te voorkomen dat de
afdichtingen en kleppen beschadigd worden door oververhitting.
Voor speciale toepassingen, gelieve contact op te nemen met de Technische ondersteuning of de
Klantendienst.
AANZUIGGEDEELTE
Om een optimale werking van de pomp te verzekeren, moet de aanzuigleiding aan de volgende
eisen voldoen:
- De leiding moet een interne diameter hebben die even groot of groter is dan de toevoer (IN) op de
kop van de pomp. Vermijden dat er in de leiding hoeken van 90°, verbindingen met andere leidingen,
knelpunten, T-verbindingen, sifons en stagnatiepunten van luchtbellen zijn die een drukval of cavitatie
kunnen veroorzaken.
- De leiding moet een structuur hebben die ontworpen is om in alle omstandigheden een positieve
waterdruk van min. 0.20 m (0.02 bar) en max. 100 m (10 bar) te bereiken. Deze druk wordt gemeten op
de toevoeropening van de pomp. De aangeduide minimumwaarde is geldig voor koud water tot 20°C.
Voor hogere temperaturen, gelieve de grafi ek op de laatste pagina te raadplegen.
- De leiding moet perfect luchtdicht en vervaardigd zijn op een manier die een langdurige lekdichtheid
waarborgt.
- De leiding moet uitgerust zijn met een fi lter met gepaste afmetingen, in functie van de kracht van de
pomp, en met een fi ltratiegraad van min. 200 μm. De fi lter moet zo dicht mogelijk bij de aansluiting van
de toevoer van de pomp geplaatst worden.
N.B. Zelfs wanneer men schoon water gebruikt, is een fi lter noodzakelijk om te vermijden dat vreemde
voorwerpen die in de installatie aanwezig zijn, zoals houtspanen, lasafval of kalkschilfers, in de pomp
terecht komen.
- Het deel van de leiding dat zich het dichtst bij de pomp bevindt, moet soepel zijn, om het forceren van
de verbindingsstukken en het overbrengen van vibraties te voorkomen.
- De leiding moet ontworpen zijn op een manier die voorkomt dat bij het eventueel stilvallen van de
pomp deze kan leeglopen, zelfs gedeeltelijk.
PERSGEDEELTE
Om over een goed werkend PERSGEDEELTE te kunnen beschikken, moeten de volgende
normen gevolgd worden:
- De interne diameter van de leidingen moet de juiste afmetingen hebben in functie van de druk en de
voorziene maximale kracht om een juiste snelheid van de vloeistof te waarborgen en drukverlies te
beperken.
- Het eerste deel van de leiding, het deel dat zich het dichtst bij de pomp bevindt, moet soepel zijn, om
het forceren van de verbindingsstukken en de vibraties van de pomp niet over te dragen op de andere
onderdelen.
- Leidingen en verbindingen gebruiken die bestand zijn tegen hoge druk en die in alle omstandigheden
aan de voorziene druk weerstaan.
- Naast het reduceerventiel moet het apparaat ook met een goed geijkte overdrukklep uitgerust zijn.
- Manometers gebruiken die bestand zijn tegen de pulserende belasting die typisch is voor zuigpompen
en deze installeren zodat de druk direct op de kop van de pomp kan gemeten worden.
- Bij het opbouwen moet men rekening houden met de drukval in dit gedeelte. Dit betekent dat de druk
die effectief gebruikt wordt lager is dan de druk die op de pomp gemeten wordt.
- Voor die toepassingen waarvoor de pulsaties van de pomp op het persgedeelte ongewenst of
schadelijk zouden zijn, eventueel een aangepaste buffer plaatsen.
23