2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Technische eigenschappen
Voeding (Vdc)
Nominaal vermogen (W)
Opgenomen stroom (A)
Max. duwkracht (daN)
Slag (mm)
Snelheid (cm/sec)
Maximale vleugel (m)
Type en frequentie gebruik bij 20°C
Opeenvolgende cycli bij 20°C
Werkingstemperatuur (°C)
Gewicht aandrijving (kg)
Beschermingsgraad
Afmetingen aandrijving
Als u geen mechanische aanslagen voor het openen en sluiten
a
wilt gebruiken, wordt de slag van de aandrijving 390 mm.
Bij vleugels van meer dan 2,3 m is een elektroslot verplicht om
b
de vergrendeling van de vleugel te garanderen.
3. INSTALLATIE
3.1. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN
(standaardinstallatie)
Pos.
Beschrijving
1
Aandrijvingen
2
Elektronische apparatuur
3
Fotocellen TX
4
Fotocellen RX
5
Sleutelschakelaar
6
Waarschuwingslamp
7
Externe antenne
8
Mechanische aanslagen
Gebruik geschikte harde en/of flexibele buizen bij het
aanleggen van de elektriciteitskabels.
Om iedere interferentie te vermijden wordt aangeraden de
laagspanningskabels voor de aansluiting van de accessoires
en de besturing altijd te scheiden van de voedingskabels,
door verschillende kabelmantels te gebruiken.
3.2. CONTROLES VOORAF
Voor een goede werking van het automatisch systeem moet de
structuur van de bestaande of de te installeren poort de volgende
eigenschappen hebben:
• De mechanische elementen van de constructie moeten in
overeenstemming zijn met de normen EN 12604 en EN 12605.
• De lengte van de vleugel moet in overeenstemming zijn met
de bij de technische eigenschappen van de aandrijving
aangegeven gegevens (paragraaf 2).
• Robuuste en harde structuur van de vleugels die geschikt is voor
• Geleidelijke en gelijkmatige beweging van de vleugels, zonder
S418
• Voldoende robuuste scharnieren die in goede staat verkeren.
24
• Mechanische aanslagen op de grond voor het openen en sluiten
35
1.5
180
350
a
1.8
2.7
b
80 cycli/dag
30
-20 +55
Bepaal de montagepositie van de aandrijving met raadpleging
6
van figuur 4 en de bijbehorende tabel. Het is beter in deze fase
te beslissen of u de mechanische aanslagen van de aandrijving
IP54
al dan niet wilt gebruiken, als de mechanische aanslagen
Zie (fig. 2)
namelijk worden verwijderd neemt de effectieve slaglengte
van de aandrijving toe en moeten de waarden A en B worden
gewijzigd.
Fig. 3
Kabels
Bijgeleverd
3x1.5 mm
2
(voeding)
4x0.5 mm
2
(2x0.5 mm
Bus)
2
2x0.5 mm
2
aanslag voor het
2x0.5 mm
(1 contact)
2
3x0.5 mm
(2 contacten)
2
2x1.5 mm
2
Coaxkabel
a
b
c
d Afhankelijk van de geometrie van de poort is noodzakelijk om
38
het automatisch systeem.
wrijving en haperingen, gedurende heel de manoeuvre.
(niet nodig als de mechanische aanslagen van de aandrijving
worden gebruikt.
Het wordt aangeraden eventueel smeedwerk te laten
verrichten voordat het automatische systeem wordt
geïnstalleerd.
D e s t r u c t u u r h o u d t r e c h t s t r e e k s v e r b a n d m e t d e
betrouwbaarheid en de veiligheid van het automatisch
systeem.
3.3. INSTALLATIEWAARDEN
a
A
165
Met
90°
mechanische
175
aanslagen
110° 150
175
Met
90°
mechanische
180
110° 160
openen
90°
180
Zonder
aanslagen
110° 170
Effectieve slaglengte van de aandrijving.
Maximale waarde.
Minimale waarde.
het aandeel te vergroten en een maximum van 115 mm, met
behulp van passende dikte te worden, tussen de beugel en
anti voorste poort
Controleer, zodra de aandrijving is geïnstalleerd, of de waarde
"X" van figuur 5 groter dan 500 mm is. Als de waarde
"X" lager is dan 500 mm, moet een stootproef worden
uitgevoerd zoals beschreven in de norm UNI EN 12445, en
controleer of de gemeten waarden in overeenstemming
zijn met de bepalingen van de norm UNI EN 12453. Als de
gemeten waarden niet overeenkomen met de in de norm
gespecificeerde waarden, is het NOODZAKELIJK de zone
te beschermen met een beveiligingsinrichting conform de
norm UNI EN 12978.
Fig. 4
B
C
D
Z
L
a
b
c
165
330
90
75
690
175
350
90
85
690
150
340
80
70
690
165
340
100
75
708
180
360
100
80
708
160
360
90
70
708
180
360
110
70
708
170
380
100
70
708
E
c
105
105
105
105
105
105
105
105