Montage van de haardkachel
De montagewand moet egaal zijn. De haardkachel mag
uitsluitend aan stabiele wanden gemonteerd worden.
Attentie: Het is niet toegestaan om de haardkachel di-
rect aan de mantelsteen van het schoorsteensysteem
te monteren.
Er dient voor gezorgd te worden dat het bevestigings-
systeem geschikt is voor het bouwmateriaal van de
montagewand. Bij de bouwmaterialen die gewoonlijk
gebruikt worden, zoals holle of massieve bakstenen, is
het raadzaam om het volgende bevestigingssysteem
– Injectie-ankerhulzen kunststof FIS H 16x85 K
– Ankerstang FIS A M10x110
– Injectiemortel FIS V
Omdat de wandtemperatuur tot 85 °C kan bedragen,
moet ervoor worden gezorgd dat het bevestigingssys-
teem permanent geschikt is voor deze temperatuur.
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van het uit-
voerende vakbedrijf om het apparaat permanent veilig
aan de wand aan te brengen.
Bij een brandbare vloer of tapijtvloer moet een stabie-
Montagevolgorde
le en onbrandbare vonkenopvangnet plaat worden ge-
bruikt. Deze moet naar voor om 50 cm en zijdelings om
30 cm over de voorhaardopening van de haardkachel
uitsteken.
Omdat de afdekkap bij de montage van de zijbekle-
dingen en van de OEC (handleidingen worden mee-
geleverd) en bij het vervangen van de aansluitmoffen
gedemonteerd moet worden, is het raadzaam om de
afdekkap pas weer te monteren, nadat alle inbouw-
componenten aangebracht zijn.
● De wandhouder is bij de levering op de kachelhaard
gemonteerd. Voor de montage aan de wand moet de
wandhouder dus gedemonteerd worden. Hiervoor
de 4 bevestigingsmoeren M12 losschroeven en de
wandhouder naar achteren toe uit het apparaat trek-
ken (zie Fig. 5).
van bijv. de firma Fischer te gebruiken:
● Afdekkap achteraan en vooraan los schroeven en
verwijderen (zie Fig. 2 – 4).
● De kachelpijp Ø 150 mm kan naar keuze bovenaan
of achteraan aangesloten worden. De haard wordt
met een reeds gemonteerde aansluiting bovenaan
geleverd. Hiervoor moet u het deksel bovenaan uit
de afdekkap verwijderen.
Indien u de aansluiting liever achteraan wilt aan-
brengen, moet u de volgende stappen uitvoeren:
– Het deksel achteraan compleet uit de afdekkap
verwijderen door het eruit te breken resp. eruit te
zagen. Het oplegvlak van de afdekkap moet in dit
gedeelte ook tegelijk mee verwijderd worden.
– De aansluitmof Ø 150 mm, 140 mm lang voor de
aansluiting achteraan is in de verbrandingsruimte.
– De afsluitdeksel aan de stoomhouder vaan achter-
aan naar bovenaan verwisselen.
● Voor de kachelpijpaansluiting achteraan moet u de
30
Fig. 2
Fig. 3
Fig. 4
Sensorzak voor
temperatuursen-
sor OEC