Inbedrijfstelling
9
Hoofdschakelaar dient voor het in en
uitschakelen van het lasapparaat.
Draaiknop materiaaldikte/ lasspan-
45
ning/schakelstand
dient voor de instelling van de materi-
aaldikte, lasspanning/schakelstand.
Toets nevenparameters
46
dient voor de directe afroep van het
menu nevenparameters.
In het menu, wordt door opnieuw
drukken van deze toets het menu
weer verlaten.
Toets werkingswijze
47
dient voor het kiezen van de wer-
kingswijzen 2-takt, 4-takt, puntlassen
en intervallassen.
Toets menu
48
dient voor de afroep van het hoofd-
menu. In het menu kan men door
drukken deze toets telkens een ni-
veau terug.
Grafisch display
49
geeft alle informatie in duidelijke tekst
weer.
50
Toets Tiptronic/kenlijnen
dient voor de directe afroep van het
menu Tiptronic en het menu kenlijnen
(bij uitgeschakelde Tiptronic).
Toets nevenparameters
51
dient voor de directe afroep van het
menu nevenparameters. In het menu,
wordt door opnieuw drukken van deze
toets het menu weer verlaten.
Bedienknop menu
52
Draaiknop draadaanvoer dient voor:
Menukeuze (draaien)
Menupunt bevestigen (drukken)
Instelling van de draadaanvoer
Instelling van de nevenparameters
Aanduiding werkingswijze
55
geeft de gekozen werkingswijze mid-
dels een symbool weer.
10.13
Aanduiding kenlijn
56
geeft de gekozen kenlijn weer.
Aanduiding Tiptronic-Job
57
wordt een ster (*) achter het Jobnum-
mer weergegeven, dan is minstens
één parameterwaarde van de opge-
slagen Job gewijzigd.
Aanduiding draadaanvoercorrectie
58
toont de draadaanvoer als correctiewaar-
de afwijkend van de kenlijn in % aan.
Aanduiding draadaanvoer
59
geeft de werkelijke draadaanvoersnel-
heid in m/min weer.
Aanduiding schakelstand
60
geeft de gekozen schakelstand weer.
Aanduiding materiaaldikte
61
geeft de gekozen materiaaldikte van
het werkstuk in mm weer.
Aanduiding lasspanning
62
geeft de gekozen lasspanning in Volt
weer
13.2 Inbedrijfstelling
 Kies met de toets werkingswijze 47 de
werkingswijze 2-takt uit.
 Druk op de toets kenlijnen 50 om het
menu kenlijnen op te roepen.
 Kies de passende kenlijn (materiaal-
draad-gas-combinatie) door het draaien
van de bedienknop 52 uit.
 Bevestig de gekozen kenlijn door het in-
drukken van de bedienknop 52.
 Druk nogmaals op de bedienknop 52 om
het menu te verlaten en naar de stan-
daard weergave terug te keren.
 Stel met de draaiknop 45 de gewenste
materiaaldikte / schakelstand in.
9 Machine is gereed voor gebruik.
Met de draainkop 52 kan indien gewenst
de draadaanvoer worden gecorrigeerd.
- 111 -